Who's Online
6 visitors online now
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
november 2025
Z M D W D V Z
 1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
30  

Archief van de rubriek ‘Geschiedenis’

IJzertijd

Zes keer de Alpe d’Huez op fietsen is niet niks, maar wat te zeggen van 60 kilometer door Brabant stiefelen op blote voeten? Als in de IJzertijd, pretenderen de vrijwilligers van de IJzertijdboerderij in Dongen, die deze onderneming in het pinksterweekeinde aandurfden en het traject van Veldhoven tot de thuisbasis aflegden.

Verder op Manieren

Oorlogsdrama op de Vloeiweide, bij Breda

Familieboek Koyen geeft belangrijke aanvullende informatie over het oorlogsdrama op de Vloeiweide (1944) bij Breda.

Naar artikel De wonderbaarlijke stilte in ‘n natuurgebiedje bij Breda

Historische waarde ´Armenhoef´ al heel lang bekend

Veel gedoe rond ‘ontdekking’ oudste boerderij van ons land in Best

armenhoefEr is de laatste dagen in Best het een en ander te doen rond de ‘Armenhoef’, een boerderij aan de Oirschotseweg, waarvan de stal – met typisch overhangend wolfdak – uit 1261 of 1262 zou stammen.

Die exacte bepaling van het bouwstijdstip is door deskundigen gedaan aan de hand van de jaarringen in het gebint. Als dat klopt, zou de stal het oudste agrarische gebouw van ons land zijn. De gemeente Best wacht momenteel op een second opinion, waarna ze overigens nog niet zo direct weet, wat met het vervallen ‘monument’ te beginnen. Geld speelt natuurlijk de hoofdrol. De eigenaar wil de stal het liefst opknappen en zit niet direct te wachten op een stal als toeristische trekpleister.

Read the rest of this entry »

Chaperonne

In een stukje over de oorlog (een stukje van een babyboomer op 4 mei) vermeldt Jos Kessels dat zijn ouders in die tijd verkering hadden. En dat ze elkaar tegemoet fietsten, zij vanuit Lieshout, hij vanuit Nederweert. ‘Allebei trouwens in het gezelschap van een broer en zus, omdat er in beide families nog meer harten sneller klopten’ (Cursivering van mij.)

In zekere zin is dit geschiedvervalsing. Want denk maar niet dat Jos’ toekomstige ouders deze begeleiding op prijs stelden. Het was namelijk, wat in deftige kringen chaperonne werd genoemd. Controle, bewaking tegen voortijdige intimiteiten of zeg maar gewoon bevruchting.

Verder op Manieren

Pasen als infotainment

Lievens_Pilatus_wast_zijn_handen_in_onschuld (1)

De Romeinse landvoogd Pilatus, hier trouwens door de zeventiende-eeuwer Jan Lievens afgebeeld als een Oosterse vorst, wast zijn handen in onschuld.


Het regionale dagblad rekent het tegenwoordig tot zijn taak, zijn lezers ‘bij te praten’ over het geloof: Pasen: hoe zat het ook alweer? Daarvoor frist een oudere redacteur z’n geheugen op.

De manier waarop media vandaag de dag hun infotainment praktiseren (er zijn gelukkig uitzonderingen) maakt dat ik nog net niet verbijsterd ben. Het resultaat bevestigt dat de  ‘geheimen des geloofs’, zoals die in de Goede Week, trouwens beginnend met de triomfale intocht van Christus in Jeruzalem (Palmzondag), niet zijn weer te geven in een layout-technisch, volgens de geldende maatstaven bepaalde notendop.

Lees alles op Manieren

De kruisweg van Mari Andriessen

kruiswegDe omgeving van bedevaartslocatie de Heilige Eik (maagd Maria) in Oirschot is sinds 2002 verrijkt, met een belangrijk object van twintigste eeuwse religieuze kunst. *) Op het hoogtepunt van het Rijke Roomsche Leeven, in 1934, maakte de beeldhouwer Mari Andriessen, telg van een roemrijk katholiek kunstenaarsgeslacht (vooral musici), een kruisweg van hardstenen reliëfs voor de kerk van Maria Middelares in Vught. Die kerk werd in
2000 gesloten, waarna de Oirschotse parochie van Sint Petrus Banden de kruisweg ten geschenke kreeg. De ene z’n nood is de ander z’n brood.

*) Dit artikeltje werd eerder geplaatst op hhBest 1.0 in maart 2004.

Read the rest of this entry »

Cyprus, gespleten en vergeten

famagusta_kathedr.moskeeBij alle herrie in het Midden Oosten gedurende een halve eeuw, is het eiland Cyprus natuurlijk totaal vergeten. Totdat je – zoals in mijn geval – als toerist geconfronteerd wordt met de tweedeling in een (niet internationaal erkend) Turks gedeelte en het Griekse zuiden. In 1974 ontstond na de ‘nodige’ schermutselingen een grillige ‘groene lijn’, die ook dwars door de hoofdstad Nikosia loopt. Tien jaar eerder al hadden VN-troepen het beheer over Noord-Cyprus overgenomen en die blauwhelmen zijn er nog steeds! Mogen ook passen op een spookstad aan de kust à la Benidorm, waarover de reisgidsen discreet zwijgen: een stad met hotels, een ziekenhuis en een nagenoeg complete infrastructuur, berekend op 125.000 ‘inwoners’, die het relatief arme Turkse deel natuurlijk niet kon leveren.

Verder op Manieren

Italië

 

Mannen op hoge hakken

Gisteren bestond Italië 150 jaar, maar dat is natuurlijk onzin: gisteren bestond de éénheid van Italië, Italië als één staat,  150 jaar. Maar niet van harte, schrijft Sante Brun (Italiaanse roots), die Italië trouwens ‘het land van de kleine mannetjes’ noemt.

Links één hunner: Garibaldi.

Een geschiedenisles op SanteLOGie

Hans van Mierlo (1931-2010) mijmert over zijn jeugd

van_mierlo_omslagAan memoires is hij nooit toegekomen. Hij had een natuurlijke aversie tegen het obligate en misschien vond hij zichzelf ook geen briljant schrijver, waarin hij aantoonbaar – weer eens – gelijk had. Hans van Mierlo, journalist, politicus, denker en mede-oprichter – icoon – van de naar staatsrechtelijke vernieuwing strevende politieke partij  D66,  overleed (op 11 maart) een jaar geleden op 79-jarige leeftijd.

Er is nu toch een boekje van hem verschenen, van nauwelijks tachtig bladzijden. Zoals de titel, Het kind en ik (naar een opgenomen gedicht van Nijhoff) al zegt, gaat het voornamelijk over zijn jeugd in Ginneken, tegenwoordig stadsdeel van Breda, en over zijn familie, zijn ouders, Wereldoorlog 2, die hij mede moest doorstaan, kortom de niet weg te cijferen achtergrond van alles. Hans van Mierlo was dus ook een nostalgicus, een romanticus en een gevoelig mens, maar dat laatste wisten we al.

Read the rest of this entry »

Virtueel terug: de verbrande Oirschotse koorbanken

koorbanken2
DVD-bespreking door Guido t’Sas

Zelfs aan de slijtplekken van de voetstappen van de Oirschotse kanunniken is gedacht. Dit tekent de precisie waarmee Joep Peters met vijf computers, het in 1944 verbrande koorgestoelte in de Sint-Pieterskerk heeft gereconstrueerd. Het resultaat is een DVD, die je in staat stelt, via je tv-scherm door de kerk te wandelen, terwijl een deskundige gids je tot in details over die laat-middeleeuwse koorbanken vertelt.

Read the rest of this entry »

De ware geschiedenis van de zelfbediening

Heb je dat verhaal weer, dat de zojuist overleden grootgrutter Albert Heijn, zijn ziel ruste in vrede, de uitvinder voor Nederland en koloniën van de zelfbedieningskruidenier zou zijn geweest. Die eer komt hem niet toe, en ook niet aan Dirk van de Broek, tegenwoordig in de Randstad bekend als Dirk, die wel Appie al voorging en al flink verdiend had aan zijn zelfbedieningswinkel toen Heijn er in 1951 mee begon.

Nee, de ‘uitvinder’ voor Nederland was Chris van Woerkom in Nijmegen. Of uitvinder – hij las er over in het Amerikaanse vaktijdschrift The Progressive Grocer en opende in november 1948 in de Nijmeegse Molenstraat de eerste zelfbedieningszaak in Nederland.

Zie ook de enthousiaste reacties en lees het hele verhaal op SanteLOGie

En hier meer Nijmeegse herinneringen van Sante Brun.

Relict

Wikipedia: Een relict is een organisme, soort of verschijnsel () uit vroeger tijden dat de grote veranderingen sindsdien in het milieu heeft overleefd, terwijl de andere soorten zijn uitgestorven dan wel verdwenen.toiletrelict_dendeijl
Hoewel het niet voldoet aan de voorwaarde dat ‘de andere soorten zijn verdwenen’, is het afgebeelde toiletgebouwtje een typisch voorbeeld van een relict. Het gebouwtje, dat allang niet meer doet wat het belooft, namelijk toilet wezen, staat bij het Bredase etablissement Huis Den Deijl, achter het Mastbosch in Breda.

Bij een groot familiefeest dat wij daar mochten beleven, werd ik bestormd door herinneringen. Dat feest was ook niet voor niets dáár georganiseerd. Onze familie is als het ware onverbrekelijk met Den Deijl  verbonden. Mijn jongste zus had er bij voorbeeld in 1945 haar bruiloft, waarbij men volgens mijn vader, bij gebrek aan beter, ‘korstjes van pasteien’ at.

Lees verder op Manieren

Dagboek van een moeder in oorlogstijd

Dit is een fragment van een dagboek, dat mijn moeder, Dina t’Sas-Schunterman in Wereldoorlog II bijhield. De passage stamt vermoedelijk uit 1944. Het is allemaal vluchtig, in telegramstijl genoteerd.

Read the rest of this entry »

Niet alleen het oude Brabant

Waardevolle inventarisatie werk schilder Jan Strube

Jan Strube (Amsterdam, 1892 – Prinsenbeek, 1985) mag dan vooral gezien worden als de schilder en tekenaar van het oude Brabant, uit een recent verschenen monografie, tevens een poging tot inventarisatie van zijn omvangrijk oeuvre, blijkt dat hij zo nu en dan een zijpad insloeg. Ook valt nu pas op, hoeveel overeenkomst Strube had met de al even nostalgische en romantische Anton Pieck, al durf ik eraan toe te voegen dat hij technisch diens niveau misschien wel overstijgt.

strube
Zo zag Jan  Strube zichzelf op middelbare
leeftijd.
Volgens dochter Sonja Strube, was haar vader nogal in zijn wiek geschoten als vergelijkingen met Pieck werden gemaakt. Met andere woorden: hij was trots op zijn eigen stijl en techniek. Het grootste verschil was dat Pieck bekender was bij het grote publiek.
Anton Joosen woonde en woont nog steeds aan dezelfde weg als destijds Jan Strube: de Zanddreef in Prinsenbeek (in letterlijke zin tegenwoordig dreef noch zandweg). Toch bekent hij dat hij de kunstenaar nu pas echt heeft leren kennen. Het is Joosen gelukt, ruim 470 werken van Strube op te sporen, waaronder stadsgezichten (Breda, Delft, Heerlen, Arnhem, Alkmaar, Middelburg, Veere, Parijs, Brugge, Gent,  Luxemburg) stillevens, portretten, sprookjesachtige taferelen, politieke prenten en spotprenten, impressies van markten en kermissen. Read the rest of this entry »

Sjoerd

sjoerd_andringa_regisseert
Opeens zag ik hem weer, voor het eerst in meer dan veertig jaar. Mijn vriend Sjoerd Andringa, fotograaf en filmer te Leeuwarden.

Virtueel weliswaar, in 42 jaar oude beelden: een korte, maar – als altijd – volledige scène van Bert Haanstra in zijn film De Stem van het Water. Sjoerd regisseert de winnaars van het Skûtsjesilen 1965 – spoort ze aan tot gejuich en drukt met zijn Linhof af. (Zie bovenstaande stills uit Haanstra’s film.)

Ik ben sinds kort in het gelukkige bezit van Haanstra’s oeuvre op dvd en als gebiologeerd zat ik te kijken naar misschien wel de beste filmische reportage van het zeilen met de grote vrachtschepen ooit, toen Sjoerd voorbij flitste. Maar dan ook meteen Sjoerd, zoals ik hem heb gekend:

Als de handige fotojournalist, die precies wist, hoe de Friese mensen in hun eigen taal te benaderen, teneinde op de plaat te krijgen wat hij wilde.

Sjoerd Andringa (inmiddels 86) was in dienst van het Friesch Dagblad, werkte daarnaast voor de Friese editie van het toenmalige Het Vrije Volk en voor het eveneens inmiddels wijlen katholieke dagblad Ons Noorden. (Toen dat krantje op z’n laatste benen liep, een situatie die ik destijds niet heb afgewacht, smeet Sjoerd er soms zijn foto’s op het bureau met de woorden ‘Laat de betaling maar zitten’.) Het had een lange voorgeschiedenis, waarin de redactie van het protestants-christelijke Friesch Dagblad, samenwerkte met die van ON, als een vorm van solidariteit tegenover de almachtige Leeuwarder Courant, zich noemende ‘Hoofdblad van Friesland’.

Ik leerde Sjoerd kennen toen ik als 22-jarige op de tweesprong stond van schrijvende en fotograferende journalistiek. Toen ik mijn eerste krantenfoto in Friesland had gemaakt – op de vliegbasis Leeuwarden – nam hij mij mee naar zijn huis aan de Molenstraat, om dat prentje voor mij te ontwikkelen en af te drukken. Ik maakte daar meteen kennis met zijn vrouw Greet en de kinderen (zij kregen er uiteindelijk elf) en was wat men noemt verkocht. Zoveel warmte, zo’n heerlijke geordende chaos, bestierd door Greet. En dan Sjoerds doka met een ingenieus geconstrueerd plateautje, dat door een oude klokslinger in beweging werd gezet om het bakje ontwikkelaar te laten schommelen, terwijl hij de nog natte (!) film op een glasplaat door de vergrotingskoker schoof. Want als er bij voorbeeld een boerderij brandde (Pleats yn’e brân!) dan was snel-snel-snel het parool in die tijd en het ging nu eenmaal nog analoog. Soms kon Sjoerd niet vermijden, dat er nog een waterbelletje op de afdruk zichtbaar was, maar ja…

Sjoerd Andringa is een – gelukkig nog levende, ik heb hem zojuist aan de telefoon gehad – legende. Over hem zijn talloze ware en onware, maar daarom niet minder leuke verhalen in omloop. Zoals dat over zijn gewoonte, de dingen van bovenaf te bekijken. Het kon zo gek niet zijn of je zag hem wel met een geleende trap sjouwen – en lukte dat eens niet, dan klom-ie wel in een hoogspanningsmast. Apocrief is de roddel dat Sjoerd eens te laat arriveerde bij de opening van een weg door de toenmalige Commissaris der Koningin H.P. Linthorst Homan en een lint uit zijn zak toverde, om dat nog gauw even over die weg te spannen. Linthorst Homan was in elk geval iemand, die aan zoiets wel wilde meewerken. Photoshoppen bestond dus nog niet, maar Sjoerd was van huis uit tekenaar en schilder (Greet op ’n keer: ‘Ach, zou je nou zeggen dat ik met die man op ’n zolderkamertje begonnen ben?’). Dus ging er eens iets mis, dan had hij wel een oplossing.

Op ’n avond brandde een bejaardenhuis in Veenwouden af. Avondrood zal het wel geheten hebben. Toen Sjoerd met witte cap op in zijn supersnelle Fiat Sport cabrio arriveerde, waren de vlammen nét gedoofd. Genoeg gloed, maar geen vlammen. Daar moest dus wel even het penseel aan te pas komen. Want de Leeuwarder Courant mét vlammen en het Friesch Dagblad zonder, dat kon natuurlijk niet. Wat Sjoerd afleverde was klasse, alleen… in dit geval stond de wind in Veenwouden toevallig de andere richting uit en niemand die dat natuurlijk beter had gezien dan de plaatselijke brandweercommandant!

Ja en dan die keer, dat iemand veertig jaar in een of andere Leeuwarder zorginstelling verbleef en dat werd gevierd. Het vrouwke zat achter een stapel cadeaus, maar Sjoerd vond, volgens mij terecht, dat ze wat meer boven die cadeaus moest uitsteken en vroeg haar even te gaan staan. ‘Nee, nee’, riepen de verzorgsters in koor, maar het was al gebeurd: het vrouwke was opgestaan en zowat onder de tafelrand verdwenen.

Sjoerd en Greet zijn de slagen in het leven niet bespaard. Ze verloren drie van hun kinderen, een dochter (‘de liefste zuster van het ziekenhuis’) en twee zonen bij ongevallen.

Gelukkig hadden ze elkaar, en nog!

Download deze column als Worddocument.

Zie ook: Friesch Dagblad over Sjoerd’s films en foto in Leeuwarder Courant, waarop zoon en opvolger Frans Andringa een exemplaar van een digitale compilatie van de films krijgt.

Audio 

De journalist Johan van Minnen haalt als columnist van OVT/VPRO in 2003 herinneringen op aan zijn Friese tijd en aan Sjoerd Andringa. Hier

Best telde 47 burgerslachtoffers

(Bewerking van een stukje, dat we plaatsten op de eerste versie van hhBest in 2007.)

slachtoffersBest telde 47 burgerslachtoffers (op ca. 6000 inwoners) die in 1940-’45 zijn gevallen.

De namen van deze inwoners staan op een zerk aan de voet van het in 2007 gerestaureerde oorlogsmonument, een kruis, waaronder ook het woord van de Romeinse dichter Vergilius Nulla salus bello (Oorlog leidt tot niets!)

Vanaf de Oirschotseweg loopt een breed pad naar het monument, omzoomd door rode beuken en voorzien van enkele klassieke lantaarnpalen. Aan het begin staat een rustbank, met het wapen van de Amerikaanse luchtlandingsdivisie, die in september 1944 bij de operatie Market Garden op de nabije Sonse Heide neerdaalde.

Best heeft, behalve het Kruispark nog drie oorlogsmonumenten: de gedenksteen voor de

Amerikaanse oorlogsheld Joe Mann bij het Wilhelminakanaal, het grote gedenkteken in het naar hem genoemde natuurtheater en het monumentje voor de Schotse bevrijders in de Koetshuistuin, in het centrum.

Zie ook: Bevrijding Best zaak van zeer lange adem

De wonderbaarlijke stilte in ‘n natuurgebiedje bij Breda

Verzetsdrama op de Vloeiweide kostte hier 16 Nederlanders het leven

Twee keer ben ik er naar op zoek geweest, twee keer kon ik het niet vinden, zo wonderbaarlijk ligt het natuurgebied De Vloeiweide verstopt in de driehoek Breda-Rijsbergen-Etten. Het wonderbaarlijke zit ‘m  in het feit dat die driehoek niet  meer is dan een uitloopgebied van de stad; aan twee kanten ook nog eens begrensd door autosnelwegen. En in het gegeven dat het er ondanks dit alles nog zo stil is.

Read the rest of this entry »

Het Eindhovens Dagblad met zichzelf in het reine

Boekbespreking door Guido t’Sas

Het zal de jongere krantenlezer waarschijnlijk een zorg zijn, maar het Eindhovens Dagblad was hartstikke fout in de oorlog. Althans zijn hoofdredacteur, A. Jurriaan Zoetmulder. Hoofdredacteur en krant waren toen nog identiek.

De oudere lezer zal wellicht de wenkbrauwen optrekken, want stond niet twintig jaar het rijkswapen naast de titel met de borst-roffel Wij bleven trouw? Welnu, die ’trouw’ is de best geconserveerde media-mythe van de vorige eeuw.
En met die mythe rekent een gepensioneerde hoofdredacteur van een latere jaargang, Cas van Houtert, definitief af in zijn geschiedenisboek over de krant.

Saillant detail: het boek is door de krant zelf uitgegeven. Op die manier is het Eindhovens Dagblad toch nog met zichzelf in het reine gekomen.

Cas van Houtert, langer dan veertig jaar redacteur, respectievelijk hoofdredacteur, heeft Uit doorgaans betrouwbare bron(ondertitel ‘De geschiedenis van het Eindhovens Dagblad’) geschreven. Een dik boek, dat met gebruik van een 9 punts broodletter in 400 pagina’s is geperst en dat praktisch gesproken de complete geschiedenis van de gedrukte media in oostelijk Brabant omvat.
Die geschiedenis is boeiend, maar kent ook beschamende perioden, in het bijzonder die vlak voor en tijdens Wereldoorlog 2.
Wie is opgegroeid met de idee, dat het Eindhovens Dagblad , zoals het twintig jaar lang van de daken heeft geschreeuwd, zijn blazoen in die tijd smetteloos heeft bewaard, wordt uit de droom geholpen. Het ED was fout, hartstikke fout en heeft
dat achteraf alleen maar meesterlijk kunnen verdoezelen. Zij het dat niet iedereen er in is getrapt. De titel van Van Houtert’s boek is dus niet vrij van ironie. Het kon niet anders, dan dat die oorlogsgeschiedenis de kern van het verhaal is gaan vormen.

Daarvoor is zij te ingrijpend geweest voor de ontwikkelingen van de nieuwsvoorziening en – niet minder – de opinievorming van dit deel van Brabant met als het middelpunt het als economisch centrum in betekenis spectaculair groeiende Eindhoven.

Wat door historici in een eerder stadium al was ontdekt en min of meer terloops vermeld, is door Cas van Houtert grondig uitgezocht en uitgebreid op papier gezet.

Hoofdredacteur Jurriaan Zoetmulder (niet te verwarren met zijn jongere neef en opvolger S.H.A.M. Zoetmulder) bekende zich al in de jaren dertig met overgave tot het fascistische gedachtengoed, stak zijn bewondering voor het Hitlerregime niet onder stoelen of banken en was na de Duitse inval evenmin vies van een aanpassing van Nederland aan de nieuwe orde.

Toen de bezetter in 1941 besloot tot sanering en gelijkschakeling van de dagbladpers, heeft Zoetmulder zich het vuur uit de schenen gelopen, om te bewerkstelligen dat hij met zijn Eindhovensch Dagblad overeind zou blijven, uiteraard ten koste van de concurrent, de Eindhovensche en Meierijsche Courant (EMC). Toen het hem duidelijk werd, dat zijn opzet mislukte, bevorderde hij de ‘opheffing’ van zijn krant, om na de bevrijding in 1944 triomfantelijk te voorschijn te komen onder het motto ‘Wij bleven trouw’. In tegenstelling tot de concurrent, moest je er dan bij denken, zo het al niet door Zoetmulder c.s. zelf werd gezegd.

Maar dat laatste is minder dan de halve waarheid, want de hoofdredacteur van de EMC, Janus Vervoort, werd om zijn anti-Duitse houding gewipt en de krant werd vervangen door het volledig van de Duitsers afhankelijke Dagblad van het Zuiden. Dat Vervoorts oudste zoon Huub collaboreerde door de leiding van het wangedrocht op zich te nemen, kan nauwelijks bijdragen aan ‘het gelijk’ van Zoetmulder.

Schelmenroman

Zo krijgt het relaas van Cas van Houtert, de trekken van een schelmenroman. Ondanks de vele, lange citaten uit in archaïsch en gezwollen Nederlands geschreven krantenberichten en -artikelen leest het boek als een trein.
Het medialandschap van Zuid-Oost-Brabant, zoals het zich ontwikkelde van het midden van de negentiende tot het einde van de twintigste eeuw (150 jaar persgeschiedenis!) bevat een overvloed aan initiatieven. Aandoenlijk gemier van plaatselijke drukkers (want dat was meestal het begin), gevolgd door baanbrekend werk van journalisten met een op z’n minst redelijke portie intellectuele bagage en méér durf in hun donder dan je in een achterlijke oligarchie als die van de Brabantse wingewesten zou verwachten. Uitgerekend in underdog Helmond zie je wapenfeiten als daar zijn, de krant De Zuidwillemsvaart onder Hendrik Ouwerling en het landelijk verspreide katholieke familie-, later opinieblad De Nieuwe Eeuw.

Van Houtert heeft honderden krantenpagina’s op microfiches doorgelicht, om de hoofdrolspelers in dit landschap ‘hun eigen geschiedenis te laten vertellen’. Met andere woorden: de citaten moeten het doen. Uiteraard steekt de auteur af en toe zijn hoofd om de deur, maar helaas ook op momenten dat de lezer daar helemaal niet op zit te wachten. Zo vindt hij het nodig, de erbarmelijke collaborateurstaal van de beruchte journalist J.D.A. Schils over het (Engelse) bombardement op Eindhoven in 1943 met een bestraffend vingertje te begeleiden, terwijl het kwalijke van ’s mans wartaal evident is.

Memoires

Een geschiedenisboek in wetenschappelijke zin is ‘Uit doorgaans’ niet. De bronnen zijn globaal vermeld, een deel is oral history, per definitie subjectief, en een register ontbreekt. De schrijver heeft vooral zijn vak van opiniërend journalist uitgeoefend en voor een deel ook zijn memoires (zéér subjectief) geschreven. Dat leidt soms tot anecdotisch gekeuvel, waarbij het meer gaat om de geest, dan om de letter, laat staan om de werkelijkheid.
De periode van de Brabantse krantenfusies in de jaren zestig en zeventig (het Teulingsconcern, later de VNU, als aanjager van wat een landelijke fusiegolf zou worden) neemt in dit memoires-gedeelte een belangrijke plaats in. Evenals de heftige strijd in het Brabantse krantenwereldje om het zelfstandig voortbestaan (onder eigen hoofdredacties) van de titels. Van Houtert was daarin partij op de eerste rang, met als voordeel voor de auteur van dit boek, dat hij meer dan ieder ander in diverse keukens heeft kunnen kijken. En als nadeel voor de lezer dat hem een willekeurige bril wordt opgezet. Nou ja, willekeurig, natuurlijk mag ‘een geschiedenis van het Eindhovens Dagblad’ door de bril van het ED worden bekeken. ’t Is maar, dat men zich dit, al lezend, blijft realiseren. En Van Houtert doet daarvoor de nodige handreikingen, met als hoogtepunt zijn beschrijving van ‘het opblazen’ van de Brabant Pers-redactie. Voor een goed begrip: dat was een toeleveringsbedrijf van gekwalificeerde journalisten, dat door het ontbreken van invloed op de inhoud van de drie dagbladen, nimmer van de grond is gekomen. Het ging uiteindelijk om de vraag, of deze redactie tesamen met die van ED, Brabants Dagblad en Nieuwsblad, zou opgaan in één krant, of over de drie kranten zou worden verdeeld.

Eindspel

Op 5 oktober 1979 ‘begint in het diepste geheim het eindspel’, aldus Van Houtert. Op de Veluwse hei spreken directeuren en hoofdredacteuren af dat de Redactie Brabant Pers zal worden opgeheven. En dan komt het: ‘Er zal een efficiëncy-bureau (Bureau Verbunt te Amsterdam) worden ingehuurd om op grond van een gedegen onderzoek (cursivering van mij, tSs) overtuigend vast te stellen dat dit de enige weg is.’

Wat een wonder dat sommige BP-redacteuren later, tijdens volkomen overbodige ‘liquidatievergaderingen’ met cynisch venijn gewag maakten van door Verbunt gehanteerde pseudoredeneringen. Zij hadden het spelletje door.

Is dit allemaal nog van belang? Jazeker, al is het alleen maar als specimen van de wijze waarop sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw externe bureaus worden ingezet om volgens het systeem ‘u vraagt, wij draaien’ bepaalde besluiten ‘op een fatsoenlijke manier’ te helpen doordrukken. Van verschillende kanten is mij verzekerd dat deze praktijk nog steeds veelvuldig wordt toegepast.

Mooie portretten

Nog even terug naar het boek. Op z’n sterkst vind ik de auteur in zijn profielen van sleutelfiguren als de Zoetmulders, Janus (‘pauske’) Vervoort, de hoofdredacteur van de Helmondsche CourantPaul Kuypers (‘Liever gras vreten, dan met mijn krant onder Teulings werken’) en Ton Brouwers alias mr. ED.
Tot mijn genoegen verzuimt hij niet, te herinneren aan Brouwers’ heroïsch gevecht met de toenmalige Eindhovense en Brabantse bobo’s over de door hem verfoeide transformatie van het vliegveld Welschap tot burgerluchthaven. Want zijn voorspellingen aangaande geluids- en andere hinder zijn uitgekomen (‘van kwaad tot erger’) en geen haan die er meer naar kraait. Ook bij het ED nieuwe stijl niet.

Guido t’Sas

Cas van Houtert: Uit doorgaans betrouwbare bron. De geschiedenis van het Eindhovens Dagblad. Uitgave: Eindhovens Dagblad. Prijs: € 19,50.

Sinterklaas 150 jaar geleden

‘Boems! Daar valt een roe en strompelt Pieter brommend uit de kas

Door Guido t’Sas 
Prachtige column van Sylvia Witteman in Volkskrant Magazinevan 26|11|05. Over onder meer het afkalven van het sintgeloof bij steeds jongere kinderen. Met een beschrijving van een dronken buurman als goedheiligman, in een oud gordijn, met een mijtertje van papier en de Gouden Gids als Groot Boek op de schoot. Toen ik dat las, dacht ik: er verandert eigenlijk niks, behalve dan dat toch, sluipenderwijs, die vermaledijde kerstman bezig is de goedgeefse bisschop te verdringen (recent onderzoek).

Read the rest of this entry »

Henri t’Sas jr. (Han) heel even in de voetsporen van zijn vader

In 2005 wijdde het Theaterinstituut Nederland (TIN) een tentoonstelling aan ‘theater in oorlogstijd’. Onderdeel daarvan vormden enkele items over theater in krijgsgevangenschap. Gangmaker in Neubrandenburg en later in Stanislau (Polen) was de tweede luitenant Henri t’Sas jr. (Han, 1917-2001), oudste zoon van de theaterman Henri t’Sas (1877-1966).

Een artikel over dit onderwerp in pdf-formaat is hier te downloaden.

Een meid in een harnas

jehanneAflevering 18 van Podcasterij  BestWest is geheel gewijd aan het Lotharingse dorpje Domremy en de daar geboren Jeanne d’Arc. Dit meisje dook in 1429 op, gehuld in een harnas, met de ‘goddellijke opdracht’ Frankrijk te heroveren op de Engelsen. Podcaster Guido t’Sas was in Domremy en bekeek en beluisterde daar de herinneringen aan Jehanne. De audiodocumentaire duurt ongeveer 20 minuten.

 sound
Beluister