Wie is online
1 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
januari 2007
Z M D W D V Z
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031  

Archive for januari, 2007

Het Eindhovens Dagblad met zichzelf in het reine

Boekbespreking door Guido t’Sas

Het zal de jongere krantenlezer waarschijnlijk een zorg zijn, maar het Eindhovens Dagblad was hartstikke fout in de oorlog. Althans zijn hoofdredacteur, A. Jurriaan Zoetmulder. Hoofdredacteur en krant waren toen nog identiek.

De oudere lezer zal wellicht de wenkbrauwen optrekken, want stond niet twintig jaar het rijkswapen naast de titel met de borst-roffel Wij bleven trouw? Welnu, die ’trouw’ is de best geconserveerde media-mythe van de vorige eeuw.
En met die mythe rekent een gepensioneerde hoofdredacteur van een latere jaargang, Cas van Houtert, definitief af in zijn geschiedenisboek over de krant.

Saillant detail: het boek is door de krant zelf uitgegeven. Op die manier is het Eindhovens Dagblad toch nog met zichzelf in het reine gekomen.

Cas van Houtert, langer dan veertig jaar redacteur, respectievelijk hoofdredacteur, heeft Uit doorgaans betrouwbare bron(ondertitel ‘De geschiedenis van het Eindhovens Dagblad’) geschreven. Een dik boek, dat met gebruik van een 9 punts broodletter in 400 pagina’s is geperst en dat praktisch gesproken de complete geschiedenis van de gedrukte media in oostelijk Brabant omvat.
Die geschiedenis is boeiend, maar kent ook beschamende perioden, in het bijzonder die vlak voor en tijdens Wereldoorlog 2.
Wie is opgegroeid met de idee, dat het Eindhovens Dagblad , zoals het twintig jaar lang van de daken heeft geschreeuwd, zijn blazoen in die tijd smetteloos heeft bewaard, wordt uit de droom geholpen. Het ED was fout, hartstikke fout en heeft
dat achteraf alleen maar meesterlijk kunnen verdoezelen. Zij het dat niet iedereen er in is getrapt. De titel van Van Houtert’s boek is dus niet vrij van ironie. Het kon niet anders, dan dat die oorlogsgeschiedenis de kern van het verhaal is gaan vormen.

Daarvoor is zij te ingrijpend geweest voor de ontwikkelingen van de nieuwsvoorziening en – niet minder – de opinievorming van dit deel van Brabant met als het middelpunt het als economisch centrum in betekenis spectaculair groeiende Eindhoven.

Wat door historici in een eerder stadium al was ontdekt en min of meer terloops vermeld, is door Cas van Houtert grondig uitgezocht en uitgebreid op papier gezet.

Hoofdredacteur Jurriaan Zoetmulder (niet te verwarren met zijn jongere neef en opvolger S.H.A.M. Zoetmulder) bekende zich al in de jaren dertig met overgave tot het fascistische gedachtengoed, stak zijn bewondering voor het Hitlerregime niet onder stoelen of banken en was na de Duitse inval evenmin vies van een aanpassing van Nederland aan de nieuwe orde.

Toen de bezetter in 1941 besloot tot sanering en gelijkschakeling van de dagbladpers, heeft Zoetmulder zich het vuur uit de schenen gelopen, om te bewerkstelligen dat hij met zijn Eindhovensch Dagblad overeind zou blijven, uiteraard ten koste van de concurrent, de Eindhovensche en Meierijsche Courant (EMC). Toen het hem duidelijk werd, dat zijn opzet mislukte, bevorderde hij de ‘opheffing’ van zijn krant, om na de bevrijding in 1944 triomfantelijk te voorschijn te komen onder het motto ‘Wij bleven trouw’. In tegenstelling tot de concurrent, moest je er dan bij denken, zo het al niet door Zoetmulder c.s. zelf werd gezegd.

Maar dat laatste is minder dan de halve waarheid, want de hoofdredacteur van de EMC, Janus Vervoort, werd om zijn anti-Duitse houding gewipt en de krant werd vervangen door het volledig van de Duitsers afhankelijke Dagblad van het Zuiden. Dat Vervoorts oudste zoon Huub collaboreerde door de leiding van het wangedrocht op zich te nemen, kan nauwelijks bijdragen aan ‘het gelijk’ van Zoetmulder.

Schelmenroman

Zo krijgt het relaas van Cas van Houtert, de trekken van een schelmenroman. Ondanks de vele, lange citaten uit in archaïsch en gezwollen Nederlands geschreven krantenberichten en -artikelen leest het boek als een trein.
Het medialandschap van Zuid-Oost-Brabant, zoals het zich ontwikkelde van het midden van de negentiende tot het einde van de twintigste eeuw (150 jaar persgeschiedenis!) bevat een overvloed aan initiatieven. Aandoenlijk gemier van plaatselijke drukkers (want dat was meestal het begin), gevolgd door baanbrekend werk van journalisten met een op z’n minst redelijke portie intellectuele bagage en méér durf in hun donder dan je in een achterlijke oligarchie als die van de Brabantse wingewesten zou verwachten. Uitgerekend in underdog Helmond zie je wapenfeiten als daar zijn, de krant De Zuidwillemsvaart onder Hendrik Ouwerling en het landelijk verspreide katholieke familie-, later opinieblad De Nieuwe Eeuw.

Van Houtert heeft honderden krantenpagina’s op microfiches doorgelicht, om de hoofdrolspelers in dit landschap ‘hun eigen geschiedenis te laten vertellen’. Met andere woorden: de citaten moeten het doen. Uiteraard steekt de auteur af en toe zijn hoofd om de deur, maar helaas ook op momenten dat de lezer daar helemaal niet op zit te wachten. Zo vindt hij het nodig, de erbarmelijke collaborateurstaal van de beruchte journalist J.D.A. Schils over het (Engelse) bombardement op Eindhoven in 1943 met een bestraffend vingertje te begeleiden, terwijl het kwalijke van ’s mans wartaal evident is.

Memoires

Een geschiedenisboek in wetenschappelijke zin is ‘Uit doorgaans’ niet. De bronnen zijn globaal vermeld, een deel is oral history, per definitie subjectief, en een register ontbreekt. De schrijver heeft vooral zijn vak van opiniërend journalist uitgeoefend en voor een deel ook zijn memoires (zéér subjectief) geschreven. Dat leidt soms tot anecdotisch gekeuvel, waarbij het meer gaat om de geest, dan om de letter, laat staan om de werkelijkheid.
De periode van de Brabantse krantenfusies in de jaren zestig en zeventig (het Teulingsconcern, later de VNU, als aanjager van wat een landelijke fusiegolf zou worden) neemt in dit memoires-gedeelte een belangrijke plaats in. Evenals de heftige strijd in het Brabantse krantenwereldje om het zelfstandig voortbestaan (onder eigen hoofdredacties) van de titels. Van Houtert was daarin partij op de eerste rang, met als voordeel voor de auteur van dit boek, dat hij meer dan ieder ander in diverse keukens heeft kunnen kijken. En als nadeel voor de lezer dat hem een willekeurige bril wordt opgezet. Nou ja, willekeurig, natuurlijk mag ‘een geschiedenis van het Eindhovens Dagblad’ door de bril van het ED worden bekeken. ’t Is maar, dat men zich dit, al lezend, blijft realiseren. En Van Houtert doet daarvoor de nodige handreikingen, met als hoogtepunt zijn beschrijving van ‘het opblazen’ van de Brabant Pers-redactie. Voor een goed begrip: dat was een toeleveringsbedrijf van gekwalificeerde journalisten, dat door het ontbreken van invloed op de inhoud van de drie dagbladen, nimmer van de grond is gekomen. Het ging uiteindelijk om de vraag, of deze redactie tesamen met die van ED, Brabants Dagblad en Nieuwsblad, zou opgaan in één krant, of over de drie kranten zou worden verdeeld.

Eindspel

Op 5 oktober 1979 ‘begint in het diepste geheim het eindspel’, aldus Van Houtert. Op de Veluwse hei spreken directeuren en hoofdredacteuren af dat de Redactie Brabant Pers zal worden opgeheven. En dan komt het: ‘Er zal een efficiëncy-bureau (Bureau Verbunt te Amsterdam) worden ingehuurd om op grond van een gedegen onderzoek (cursivering van mij, tSs) overtuigend vast te stellen dat dit de enige weg is.’

Wat een wonder dat sommige BP-redacteuren later, tijdens volkomen overbodige ‘liquidatievergaderingen’ met cynisch venijn gewag maakten van door Verbunt gehanteerde pseudoredeneringen. Zij hadden het spelletje door.

Is dit allemaal nog van belang? Jazeker, al is het alleen maar als specimen van de wijze waarop sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw externe bureaus worden ingezet om volgens het systeem ‘u vraagt, wij draaien’ bepaalde besluiten ‘op een fatsoenlijke manier’ te helpen doordrukken. Van verschillende kanten is mij verzekerd dat deze praktijk nog steeds veelvuldig wordt toegepast.

Mooie portretten

Nog even terug naar het boek. Op z’n sterkst vind ik de auteur in zijn profielen van sleutelfiguren als de Zoetmulders, Janus (‘pauske’) Vervoort, de hoofdredacteur van de Helmondsche CourantPaul Kuypers (‘Liever gras vreten, dan met mijn krant onder Teulings werken’) en Ton Brouwers alias mr. ED.
Tot mijn genoegen verzuimt hij niet, te herinneren aan Brouwers’ heroïsch gevecht met de toenmalige Eindhovense en Brabantse bobo’s over de door hem verfoeide transformatie van het vliegveld Welschap tot burgerluchthaven. Want zijn voorspellingen aangaande geluids- en andere hinder zijn uitgekomen (‘van kwaad tot erger’) en geen haan die er meer naar kraait. Ook bij het ED nieuwe stijl niet.

Guido t’Sas

Cas van Houtert: Uit doorgaans betrouwbare bron. De geschiedenis van het Eindhovens Dagblad. Uitgave: Eindhovens Dagblad. Prijs: € 19,50.