Who's Online
8 visitors online now
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
juli 2025
Z M D W D V Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031  

Archief van de rubriek ‘Boeken’

Een alpinopet als ultiem pantser

Boekbespreking door Sante Brun


Als ik vraag, herinnert u zich Charles C. M. Carlier nog, wat zegt u dan?.

Ik help even: Carlier is hoofdinspecteur bij de Sûreté Nationale in Parijs.

Nog niet? Nou ja, dan maar zijn bijnaam: De Schaduw. Nu toch wel?

Ook niet?

Dat stelt me teleur.

Dan heb je dus geen herinnering aan een van de grootste successen van de Nederlandse literatuur op het gebied van misdaad en straf.

Read the rest of this entry »

Boekenweek, Krimi’s, Gardam en Petacco

Boekbespreking door Sante Brun


boekenweek_geschenkOver het Boekenweekgeschenk van Griet Op de Beeck, Gezien de feiten, kan ik kort zijn: een goed kort verhaal, zoals ik graag vaker korte verhalen in het Nederlands zou willen lezen. Wat het boekje met het thema van deze Boekenweek, de natuur, te maken heeft, daar hebben al meer recensenten zich over verwonderd, al kun je natuurlijk zeggen dat alle menselijke activiteiten onderdeel van de natuur zijn. Het mooie van het verhaal is dat Olivia op haar 71ste, tegen de wens van haar egocentrische dochter in, er nog toe komt een nieuw leven te beginnen dat aanzienlijk beter bij haar past dan haar enge veertigjarige huwelijk met kort daarvoor overleden Ludo.

Read the rest of this entry »

Beetje Heidi en Peter, als je ‘t mij vraagt

Boekbespreking door Sante Brun


vincitore_2017_paolo_cognettiPaolo Cognetti (links) bij de lijst met boeken die genomineerd waren voor Stregaprijs 2017, met de overtuigende uitslag voor Le Otto Montagne.


I_quotek ken er zo eentje, die is ooit in Wenen geweest en in Rome, maar hij was blij dat hij terug was in de bergen.’ Dat zegt Paolo B., die een hartstochtelijk boekenlezer is en dat op zeer moderne manier doet: door middel van het luisterboek. Mijn vraag was wat hij vond van Le Otto Montagne van Paolo Cognetti, het boek dat onder de Nederlandse naam De Acht Bergen al een aantal weken de Boeken-Toptien aanvoert.

Die ‘zo eentje’ betreft een mens die zo verknocht is aan de bergen, dat hij (of zij) zich ‘montanaro’ noemt. Dat woord laat zich niet zo gemakkelijk vertalen, ‘bergbewoner’ is een beetje behelpen. Het is erger. De bergbewoner uit het boek is eenmaal in Milaan geweest (‘veel te veel mensen’) en heeft aan de Ligurische kust de zee gezien (‘een groot meer’). En was blij terug te zijn in de bergen, inderdaad.

Read the rest of this entry »

Een (al oud) kritisch boek over Italië

Boekbespreking door Sante Brun


nlangs italiani-barzinikwam ik iemand tegen die ongeveer dezelfde ervaring had als ik en die dus nu geen loos gedachtenspinsel van mijn zieke brein meer is: vaak levert de vertaling van een boek een geheel ander boek op. Ik had dat ooit met Fury van Salman Rushdie, jaren geleden nog Boekenweekgeschenk – in het Nederlands heette het terecht Woede en niet Furie, maar verder was de Nederlandse vertaling echt een ander boek dan Fury.

Ik lees momenteel Gli Italiani van Luigi Barzini. Deze journalist, wiens vader ook journalist was en een groot deel van zijn leven doorbracht in Amerika, groeide zelf voor een deel op in de VS.

In 1964 bracht hij The Italians uit, voor de Angelsaksische markt en oorspronkelijk bedoeld als een soort toeristische gids. De beschrijving van de Italianen in het boek was de oorzaak van veel protest in Italië.

Read the rest of this entry »

Een prima boekje om het af te leren

Boekbespreking door Sante Brun


Jsirenen-jan-cremere kunt af en toe best een boek kopen dat wordt aanbevolen in De Wereld Draait Door. En soms heb je er ook spijt van.

Even was dat het geval met het meest recente boek van Jan Cremer. Ik heb alleen de twee Ik-boeken gelezen en dat is alweer tientallen jaren geleden. Ik kreeg Sirenen cadeau op mijn verjaardag of wellicht met Kerstmis, zulke dingen herinner ik me tegenwoordig niet meer goed. In het boek staat het oeuvre van Cremer vermeld. Ik heb blijkbaar van alles gemist, bijvoorbeeld dat hij zelfs werkt aan een romancyclus, genaamd Odyssee. Daarvan is Sirenen deel 2.

Je moet maar durven.

Read the rest of this entry »

Tijdschrift Das Mag stopt en gaat (hopelijk) verder

Sante Brun


aar dasmageen oude man blij van werd en nu eigenlijk ook al jaren is: het ontstaan en bestaan van Das Mag, kort voor Das Magazin, een geheel eigenzinnig en in menig opzicht weergaloos literair tijdschrift.

Was het vroeger voor literaire tijdschriften al een moeizaam bestaan – zie daarover bijvoorbeeld de biografie van uitgever Geert van Oorschot, die veel moeite had De Gids uit het voortdurend coma en daarop volgend overlijden probeerde te houden. Het blad bestaat overigens nog wel.

Een tijdschrift voor literatuur uit een klein taalgebied met een krimpend potentieel aan liefhebbers en lezers overeind houden, is hoe dan ook, geen klein bier.

Read the rest of this entry »

De pastafabriek als geschiedenis in een notendop

Boekbespreking door Sante Brun


a_quotefrancescals de Piemontezen nu ook al pasta kunnen maken, dan kunnen wij wel ophouden.’ Een uitspraak van een Napolitaanse pastamaakster, ergens na de Tweede Wereldoorlog, die een interessant licht werpt op de geschiedenis van Italië van het midden van de negentiende eeuw tot heden. De achtergrond van de opmerking: het Zuiden van Italië en in het bijzonder de regio van Napels zag in 1860 weinig in de ‘Eenheid van Italië’. Ze hadden een koning, een Bourbon, die ze niet geweldig vonden, maar het was wel hún koning, dus die hoefde niet weg. Maar ja, toen kwam Garibaldi, aangestuurd door de Piemontezen en voor ze het wisten waren de Napolitanen onderdeel van de Italiaanse eenheidsstaat met aan het hoofd een koning uit het verre Piemonte.

Read the rest of this entry »

Vijf sterren voor Daniel Kehlmann’s Tyll

Boekbespreking door Sante Brun


tyllerst maar eens een correctie: in zijn boek Tyll schrijft de Duitse auteur Daniel Kehlmann dat de afgezette koning van Bohemen, voormalig keurvorst van de Palts Friedrich V, en zijn echtgenote de Engelse prinses Elizabeth woonden vanaf 1620 in een villa ‘bij Den Haag’. Dat huis, dat Elizabeth maar behelpen vond, staat niet ‘bij Den Haag’ maar wel degelijk in Den Haag, namelijk aan de Kneuterdijk, een fraai zeventiende-eeuws pand waar Johan van Oldenbarnevelt had gewoond en waar de Raad van State tegenwoordig kantoor houdt. (En hun oudste zoon verdronk niet in ‘een rivier’, maar in de toen nog niet drooggemalen Haarlemmermeer.)

Doet er niet zo erg toe, want Kehlmanns boek is een roman, die nauwelijks een ‘historische roman’ zou mogen heten omdat de schrijver de naamgever van het boek, de Duitse versie van Tijl Uilenspiegel, gemakshalve een paar honderd jaar opschuift in de geschiedenis. Hoe dan ook, ik heb er zeer van genoten. Kehlmann is weer zo’n parel van de moderne Duitse literatuur waarvan ik er hier al meer heb mogen noemen, de laatste tijd.

Read the rest of this entry »

De fascinatie van een onbegrijpelijk verhaal

Boekbespreking door Sante Brun


 

murakamih_cursaruki Murakami, ik lees hem gretig uit, iedere keer weer, ondanks onnodige herhalingen, onnodige detaillering (merknamen van auto’s plus cylindertal en –inhoud, kleding) zijn en blijven zijn boeken pageturners. Nu ook weer De Moord op Commendatore, twee delen met samen iets meer dan duizend pagina’s, opnieuw in de smakelijke vormgeving van grafisch bureau Vruchtvlees.

Read the rest of this entry »

Eenzaamheid en/of zelfmoord

Boekbespreking door Sante Brun


van-dis-buitengebiedLater Murakami. Ik las gisteren de laatste pagina’s van deel 2, waarin de Japanse schrijver keurig alle losse draadjes ordent en eronder zet: einde deel 2.

Daarna meteen In het buitengebied van Adriaan van Dis. Daar doe je geen twee weken over, alles bij elkaar iets meer dan twee uur.

Maar het eerste verhaal daarin gaat wel over een Japanse robot, en in een van de andere verhalen wordt Mozarts opera Don Giovanni genoemd, en die is zo’n beetje het onderwerp waar die hele dubbelroman van Murakami over gaat.

Read the rest of this entry »

Carmiggelt, léés die man

Boekbespreking door Sante Brun


Op 1 januari 1960 trad ik in dienst van De Gelderlander carmiggeltin Nijmegen en mijn eerste daad (ik neem aan de volgende dag) was het nemen van een abonnement op de Volkskrant, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, De Telegraaf.

En Het Parool – die krant vrijwel uitsluitend om één dagelijks verschijnend artikel, rechts bovenaan op pagina 3, ondertekend door Kronkel – iedereen wist toen dat dat een pseudoniem was van Simon Carmiggelt.

Enkele maanden later kwam ik toevallig terecht in een café aan de Nijmeegse Hertogstraat en dronk er aan de bar een biertje. Daar zat ook een ietwat tragische jongeman, die – ik herinner me het nu niet precies – een onhoudbaar standpunt verdedigde tegenover de kastelein, die er niet veel mee op had.

Read the rest of this entry »

Een ‘Brusselse satire’ van Geert van Istendael

boomgaardGeert van Istendael (bijna 71) is ‘op den buiten’ gaan wonen en deed zijn geliefde Brussel een afscheidscadeautje: een thriller, genaamd het lijk in de boomgaard.

Aan de krant De Morgen vertelde hij ‘Ik laat al mijn boeken vooraf lezen door een aantal mensen van wie ik het oordeel erg hoog inschat. Deze keer logen de opmerkingen er niet om. Iemand zei zelfs: “Gooi het weg”’.

Niettemin won Van Istendael er een prijs mee, genoemd naar wijlen de Belgische thriller-recensent Fred Braeckman. Dat verhoogt de nieuwsgierigheid naar het door de ook in ons land beroemde, opiniërende schrijver en dichter bewandelde zijpad. Al blijkt fictie hem zeker niet totaal vreemd te zijn.

Read the rest of this entry »

Wat we al wisten of minstens vermoedden

Boekbespreking door Sante Brun


Wat in Fire and Fury van William Wolff minstens ongeloofwaardig en vermoedelijk ook niet waar is: dat hij de tweehonderd dagen tussen 20 januari en 10 oktober 2017 heeft doorgebracht op een divan in het Witte Huis. Maar dat is een opzichtige onwaarheid die ik wel kan begrijpen en die ook geen invloed heeft op mijn mening over zijn boek: de tekst bestaat voor een belangrijk deel uit niet aan bepaalde personen toegeschreven citaten, maar duidelijk wel uit citaten die werden opgevangen in het Witte Huis en doorgebriefd aan Wolff.

Wat ik meteen deed na de ontvangst van het PDF-bestand met de tekst van het boek: kijken of het woord nucleair erin voorkwam (niet), bom (acht keer, maar steeds in figuratieve betekenis) of button (alleen als button-down, een type overhemdkraag).

Read the rest of this entry »

Monk, Murakami, Bodo, Wolff

Boekbespreking door Sante Brun


widerfahrnisls altijd heb ik voldoende te lezen, dus ik ploeg gestaag door. Sinds de jaarwisseling las ik de novelle (nou ja, toch dik 200 pagina’s) Widerfahrnis van Bodo Kirchhoff en heb net het eerste deel uit van Haruki Murakami’s De moord op Commendatore. Vanmorgen heb ik gedownload Fire and Fury over mijn favoriete gek Donald Duck in het Witte Huis, dus daar ben ik dan weer een poosje mee bezig.

Na het dichtslaan van Murakami’s boek dacht ik even: hoe heette die portretschilder, de ikfiguur van het boek ook weer? Want ik vergeet tegenwoordig veel namen. Ik weet inmiddels dat ik met net er naast denken de naam meestal snel terugbreng, maar dit geval kwam er niks.

Read the rest of this entry »

Rust zacht, hoofdredacteur

krantenpausBoekbespreking door Sante Brun


et is op de ochtend van 23 november 1963, ‘s morgens om half zes, op het tweede perron van het station in Nijmegen. De enige plek in Nijmegen waar op dat tijdstip bier wordt geschonken. Aanwezig: een tiental redacteuren van De Gelderlander, onder wie meine Wenigkeit. En hoofdredacteur Louis Frequin, allemaal zojuist klaar met een geslaagde verslaglegging van de grote gebeurtenis van de avond tevoren: de moord op president John Kennedy van de Verenigde Staten in Dallas. Het heeft erom gespannen of we voldoende materiaal, met name foto’s, binnen zouden krijgen, maar het was allemaal uitstekend gelukt, dus wij waren wel toe aan een paar biertjes.

In het gezelschap is Yvonne Tiggeler, een opvallende hoogblonde verschijning, toen 19 jaar oud en kort daarvoor op de redactie in dienst getreden als leerling-journalist, de eerste vrouw ter redactie na de een of twee vrouwen die in de jaren vijftig op de redactie hadden gewerkt.

Yvonne drinkt geen bier, zegt ze. ‘Tuurlijk wel,’ roept de hoofdredacteur, ‘Dat is goed voor het zog!’ Wij andere mannen grinniken besmuikt, als altijd wanneer de hoofdredacteur een grove grap ten beste geeft, maar Yvonne neemt afgemeten afscheid en stapt even later in de trein die haar naar Den Haag zal brengen, waar haar ouders wonen.

Het was misschien geen hashtag metoo avant la lettre, maar het kwam wel in de buurt.

Ik moest daaraan denken bij het lezen van de onlangs verschenen biografie ‘Krantenpaus’, geschreven door Hélène van Beek en Louis van de Geijn. Het is de biografie van een van de opmerkelijkste Nederlandse journalisten van na de oorlog, Louis Frequin. Hij was op het moment dat ik hierboven beschreef 49 jaar en had al een zekere reputatie opgebouwd als iemand die geen blad voor de mond nam als het erom ging de Katholieke Volkspartij en de katholieke kerk te verdedigen en te steunen, waarbij hij in de tijd dat hij hoofdredacteur was, toen achttien jaar, kans zag de oplage van de  krant te verdubbelen en haar de allure van een landelijk dagblad te verschaffen.

Ik heb precies zevenenhalf jaar onder leiding van deze selfmade journalist gewerkt, en bij het lezen drong het tot me door dat het zijn ‘type’ katholicisme geweest is dat mij er destijds definitief toe bracht het lidmaatschap van de roomsche kerk op te zeggen. Uit het boek begreep ik dat (door mij zeer bewonderde) collega Boet Kokke dat ongeveer tezelfdertijd ook had gedaan – maar hij vond het nodig daar de hoofdredacteur van op de hoogte te stellen. Het liep met een sisser af, maar Boet was dan ook een van de belangrijkste redacteuren van Frequins krant en ik was maar net leerling-af.

Ik ben me destijds van heel veel niet bewust geweest, merk ik bij het lezen van Krantenpaus – ik was 21 toen ik op de redactie van De Gelderlander ging werken en ik had allerlei andere dingen aan het hoofd dan het gedoe van de oude mannen op de redactie.

Louis van de Geijn werkte vanaf 1969 tot 1977  onder leiding van Frequin en wellicht zou je verwachten dat de biografie de neiging zou hebben uit te draaien op een hagiografie, een heiligenleven dus.

Maar dat is absoluut niet het geval. Heel afgewogen zetten hij en zijn medeschrijver Hélène van Beek de feiten op een rij. Aan de pluskant van Frequins leven stond het feit dat hij zich daadwerkelijk in de Tweede Wereldoorlog verzet had tegen de Duitse bezetting, door zijn werk voor een illegaal blad. Hij werd verraden en gevangen gezet, onderworpen aan een schijnexecutie en ook flink mishandeld. Uiteindelijk wist hij vrij te komen.

Zwart Front

Maar aan de andere kant was hij geheel vrijwillig, in het begin van de oorlog, lid geworden van Arnold Meijers Nationaal Front, dat in de jaren dertig opgericht was als Zwart Front. De organisatie stelde zich te weer tegen de NSB en was uitgesproken katholiek maar vooral fascistisch, antidemocratisch, antisemitisch en autocratisch. Meijer kwam onder andere met het idee om een legioen van Nederlandse mannen aan de zijde van de Duitsers te laten vechten tegen de Sovjet-Unie. Frequin beweerde veel later en herhaaldelijk dat hij al snel had begrepen dat zijn lidmaatschap (en functie van gouwcorrespondent in Huissen voor de krant van Nationaal Front, het Nederlandsch Dagblad) niet in orde was, maar in de archieven is geen beëindiging van lidmaatschap te vinden. Nationaal Front werd trouwens kort daarna op bevel van de bezetter opgeheven.

Na de oorlog en na Frequins benoeming tot hoofdredacteur van De Gelderlander nam hij enkele ‘kameraden’ uit het Nationaal Front in dienst op de redactie, onder wie Martin Bruyns en Henk van Maurik. De beruchte antisemiet Albert Kuyle werd vast medewerker.

Tientallen jaren na de oorlog werd vooral in de linkse pers elke aanleiding aangegrepen om Frequin weg te zetten als ‘fascist’. Dat was ietwat slordig omdat het woord ‘fascist’ inmiddels een veel zwaardere lading had gekregen dan ten tijde van het Zwart cq Nationaal Front, maar het blijft natuurlijk een feit dat het lidmaatschap van dat gezelschap heel bedenkelijk was. Dat vond de KVP na de oorlog ook, toen ze besloot dat Frequin namens haar geen lid van de Tweede Kamer kon worden, ondanks dat hij een fanatiek en invloedrijk aanhanger was van die partij en dat ook lang bleef.

Iedere keer weer kwam Frequin in het geweer om de aantijgingen te weerleggen, of zijn lidmaatschap van Zwart Front te bagatelliseren en te benadrukken wat hem was overkomen als lid van het verzet. Hij schuwde daarbij niet zo nodig de geschiedenis enigszins te herschrijven.

Hoe dan ook, Frequin leed ongetwijfeld aan de gevolgen van een oorlogstrauma.

Dat nam niet weg dat hij elke discussie over onderwerpen die hem aangingen onmiddellijk op de spits placht te drijven – dat deed mij sterk denken aan de wijze waarop zijn oudste zoon Willibrord later tekeer placht te gaan in zijn tv-programma’s. Dat was Louis van de Geijn ook opgevallen.

Maar intussen groeide de krant. ‘De regio is de kurk waarop de krant drijft’, hield Frequin (mijn waarneming) de redacteuren voor, maar daarna trok hij zelf weer de wijde wereld in en kwam terug met eindeloze reeksen verhalen, waarin hij ook vaak blijk gaf van een nogal markante vorm van belangstelling voor mooie vrouwen. Ook had hij steeds, zo schrijven de auteurs van de biografie, een fikse moppentrommel met schuine bakken paraat.

Frequin had een ongeëvenaard relatienetwerk (hij noemde het ’Vitamine-R’) van kerkelijke en politieke hoogwaardigheidsbekleders. Daarnaast was hij een geweldige vader voor zijn acht kinderen, maar wier opvoeding wel grotendeels neerkwam op zijn echtgenote Diny.

Rariteitenkabinet

Inmiddels raakte zijn type benauwd katholicisme steeds verder in het rariteitenkabinet, zonder dat hij het merkte. Nog bij zijn afscheid hield hij een rede, gekleed in pastoorstoog. Zijn vrouw placht hij ‘moeder overste’ te noemen. Hij lijkt rotsvast geloofd te hebben in het bestaan van de hemel en de daar verblijf houdende heiligen.

Tot het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw bleef hij intussen de onaantastbare autoriteit in de katholieke journalistiek, compleet met de bijpassende autoritaire stijl van leiding geven.

Wat Van Beek en Van de Geijn niet is opgevallen, zij vermelden het althans niet, dat Frequin ook in bepaalde gevallen over zich liet lopen. Enkele redacteuren van de krant, onder wie Hen Bollen en Louis de Lange, plachten (in mijn tijd) achter zijn rug of ook wel in zijn gezicht een lange neus te maken naar de hoofdredacteur, diens opvattingen en diens beleid. En chef-redacteur, later adjunct-hoofdredacteur Henk Erkens, prominent in de KVP, die hoofdredactionele commentaren schreef waarin het woord ‘imponderabilia’ vaak voorkwam, en ook bekend stond wegens het schrijven van recensies van tv-programma’s die niet waren uitgezonden, kon ongehinderd ‘in de tijd van de baas’ voor de KVP gebruik maken van de diensten van redactiepersoneel.

Vanaf de jaren zeventig taande de invloed van Frequin. Ook zijn greep op de redactie werd losser. Hij verstond de tekenen van de tijd en nam het initiatief tot een redactieraad, maar die werd zo ingericht dat de hoofdredacteur vrijwel niets van zijn bevoegdheden inleverde. Die raad was geen blijvertje.

Als schoensmeer

Intussen stond het tot dan toe bekende medialandschap van Nederland op de rand van de afgrond, zowel als gevolg van de ontzuiling waardoor katholieken niet meer vanzelfsprekend een katholieke krant lazen, als door de afkalvende positie van de dagbladpers op de advertentiemarkt als gevolg van de invoering van radio- en tv-reclame. De ene krantentitel na de andere verdween of ging op in een andere titel, steeds sterker werd de greep van het kapitalistisch gedachtegoed op de bedrijfstak. ‘De krant is geen schoensmeer,’ zoals Frequin het zei, maar dat verhinderde niet dat een zelfstandige, eigengereide pers onmogelijk werd gemaakt. De krant, voor zover ze nog bestond, werd inderdaad, hoe onvoorstelbaar ook, een gewoon product, net als schoensmeer of pleepapier.

Al die gebeurtenissen stelden Frequin zwaar teleur en bracht hem ertoe enkele jaren vóór de pensioengerechtigde leeftijd er de brui aan te geven. Niettemin kon hij het niet nalaten nog even over zijn ‘graf’ heen te regeren, door zich te bemoeien met de benoeming van zijn opvolger.

Ruzie over de vraag of Frequins opvolger katholiek moest zijn werd overbodig toen er drie min of meer vroom katholieke kandidaten uit Frequins ‘eigen stal’ bleken te zijn: Frans Hulskorte, Max de Bok en Hans Sars. Frans Hulskorte was de enige met ervaring in deze functie en kreeg die dan ook. Waarmee in vervulling ging wat al voorspeld werd in de tijd dat ik nog bij De Gelderlander werkte, namelijk dat Frans destijds al de door Frequin gekozen ‘kroonprins’ was – ondanks dat hij in 1965 ontslag had genomen om naar het Limburgs Dagblad te vertrekken. Frequin noemde Hulskorte toen publiekelijk een deserteur.

De laatste

Frequin was een van de laatste hoofdredacteuren die als ‘primus inter pares’, de beste onder zijns gelijken, tevens de vleesgeworden hoofdredacteur – met pensioen ging, daarna was de hoofdredacteur veelal en vooral manager van de redactie.

En al helemaal was hij de laatste hoofdredacteur die graag met een kardinaal een kaartje legde en meerdere Nederlandse premiers aan de lunch te zijnen huize uitnodigde, waar reeds de acht kinderen met een of meer vriendjes mitsgaders de vrouw dezes huizes en een of twee inwonende dienstmeisjes aanzaten.

Intussen kun je het zo samenvatten: het schitterende journalistieke zandkasteel dat Frequin op het strand had gebouwd is sindsdien door een ware tsunami van veranderingen weggevaagd, compleet met schuine bakken en grof gedrag tegenover vrouwen, homoseksuelen en mensen en media van linkse signatuur.

Het boek heet Krantenpaus omdat Frequin zich op zijn afscheidsfeest in de Nijmeegse Stadsschouwburg als een paus in een draagstoel door enkele redacteuren liet binnendragen. Die titel is daarom zeker een begrijpelijke keuze. ‘De laatste vleesgeworden hoofdredacteur’ was misschien ook een titel geweest.

________

Het boek is uitgegeven door de Valkhof Pers in Nijmegen.

 

Op de omslag van het boek staat een wat eigenaardige foto van Louis Frequin. Hij was hier vermomd, namelijk als ‘het GP-mannetje’, een figuurtje dat een tijdlang dagelijks op de voorpagina van de krant stond met een puntig bedoeld tekstje erbij. Het mannetje is rechtsboven op de omslag te zien — hij had een snor, die Frequin ontbeerde. Maar de bolhoed, de paraplu en het pak waren van het GP-mannetje geleend.

Voorpagina hhBest

Waarheid voor Philips nog steeds heikel punt

Achtergronden van het Sinterklaasbombardement 1942

Sinterklaasbombardementat de waarheid over de aanleiding tot het bombardement op de Philipsfabrieken in het centrum van Eindhoven en Strijp S op 6 december 1942 voor ‘de NV’ nog steeds een heikel punt is, blijkt uit een recente publicatie van historicus Hans Schippers over dit onderwerp: 75 jaar Sinterklaasbombardement 1942-2017 – Philips en de productie van radiobuizen tijdens WO II – Balanceren tussen aanpassing en verzet.

Schippers ontleent aan verschillende betrouwbare bronnen, dat de Engelsen – die het bombardement uitvoerden – gedetailleerd op de hoogte waren van de fabricage onder hun leiding, van voor de Duitsers strategisch belangrijke producten. Frits Philips, zoon van mede-oprichter Anton, die tegen de plannen in, na 1940 in Eindhoven bleef, heeft tot aan zijn dood deze aanleiding ‘niet begrepen’. Hem wordt nu naïviteit en zelfs ongeloofwaardigheid verweten. Minstens zo veelzeggend is het feit dat de schrijver van ‘Sinterklaasbombardement’ de firma (zoals Philips in Eindhoven placht te worden aangeduid) uitsluit aan het slot van zijn dankwoord: ‘De auteur betreurt het dat de N.V. Philips niet bereid was materiaal voor onderzoek en publicatie ter beschikking te stellen.’

Read the rest of this entry »

Hij las dit jaar 62 boeken, maar top tien? Onzin!

ante Brun is begonnen met de jaarlijkse herlezing van De Avonden van Gerard Reve en stelt vast dat hij in 2017 62 boeken las. ‘Ik ga geen top 10 maken, daar ben ik van genezen toen ik besefte dat het opstellen van dat soort lijstjes dom is en bovendien nergens op slaat.’

Meer op SanteLOGieVoorpagina hhBest