Archief van de rubriek ‘Boeken’
Griekse mythen met een stiff upperlip
Boekbespreking door Sante Brun
et boek ligt er al een tijdje, de Decamerone van Giovanni Boccaccio, in een
herschreven versie. O nee: Aldo Busi, die het boek te pakken nam, schrijft in de flaptekst dat hij het boek vertááld heeft, en dat is wat anders dan herschrijven – herschrijven leidt al gauw tot inkorten, denk ik, maar daar is Busi verre van gebleven: het boek telt nog altijd 800 dichtbedrukte pagina’s, over de tien dagen die jonge Florentijnse edelen doorbrachten op een geïsoleerd gelegen kasteel, op de vlucht voor de zoveelste pestepidemie in hun stad. Om de verveling tegen te gaan vertellen ze elkaar min of meer geile verhalen. Busi vertaalde het boek in het Italiaans, hoewel dat natuurlijk ook de oorspronkelijke taal was, maar dan het Italiaans van omstreeks 1350, toen Boccaccio de honderd verhalen schreef. Ik heb de oorspronkelijke tekst nooit onder ogen gehad, de Divina Commedia van Dante Alighieri wel, ik heb het zelfs grotendeels gelezen, al kostte het ontstellend veel moeite om door de brij van voetnoten op elke pagina heen te komen. De conclusie was dat Italiaans uit die tijd niet gemakkelijk was, maar als je de tijd neemt redelijk goed te begrijpen.
Levendige schets van Nederland in 1823
De Varkensmarkt in Roosendaal rond 1791 naar D. Verrijk. Illustratie uit het boek. De naam is in 1921 op aandrang van de winkeliers veranderd in Bloemenmarkt. ‘Meer aanzien.’
wee rijkeluiszonen, Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp (ja, zoon van een van de staatkundige grondleggers van het Koninkrijk der Nederlanden) maakten in de zomer van 1823 gedurende drie maanden een voetreis door driekwart van Nederland, ‘om den landaart en en de zeden en gewoonten der ingezetenen te leeren kennen’ (Van H). Beiden hielden daarvan een dagboek bij, waarvan dat van de latere schrijver Van Lennep het meeste boeit en de meeste informatie bevat.
Een heruitgave van dit verslag is bezorgd door Geert Mak en en Marita Mathijsen, van wie de laatste een voortreffelijke hertaling leverde. De tekst van Van Lennep heeft sterk journalistieke trekken; ze bevat, naast (soms letterlijk) poëtische beschrijvingen, scherp-kritische analyses. Geweldig dat dit ontsloten is, er was vlak voor de industriële revolutie heel wat meer dan de geijkte Jan Salie-geest.
Murat Isik, meeslepend verteller
Immigrantenkind wordt tegen de verdrukking in gerespecteerd Nederlander
en van de beste oorspronkelijk Nederlandstalige romans, die ik de laatste jaren tot me heb mogen nemen: Wees onzichtbaar van de Turkse Nederlander Murat Isik. Het verhaal van een immigrantenkind, dat op 5-jarige leeftijd door zijn Turkse ouders via Duitsland in Nederland belandt, opgroeit in de door wanbeleid stedebouwkundig mislukte Bijlmer en in een door de vader geterroriseerd gezin. Dat, op het vwo – uitgescholden als De Schoonmaker – alle redenen heeft zich zoveel mogelijk onzichtbaar te maken, maar tegen de
verdrukking in de status weet te bereiken van gerespecteerd Nederlander.
Een meeslepend somtijds spannend boek van bijna 600 bladzijden, dat je haast niet weg kunt leggen. Isik beschikt over een benijdenswaardige taalvaardigheid en bedient zich van zinderend mooie metaforen, die nergens gezocht of geforceerd aandoen.
Camilleri (92) blind, maar nog steeds niet voor de eigentijdse Italiaanse politiek
Boekbespreking door Sante Brun
In Spanje was de Spaanse griep de Napolitaanse Soldaat
Boekbespreking door Sante Brun
oet je net bij mij mee aankomen. Een boek over de Spaanse griep van 1918. Die trouwens niet Spaans was en misschien ook geen griep, in ieder geval geen gewone griep. Nee, dat laatste dank je de koekoek: 50 of 100 miljoen doden en misschien dat zelfs maar het topje van de ijsberg, dat is voorwaar geen kattenpis. En 1918 was echt te weinig: tot in 1922 vielen er doden door, en een hersenbeschadiging van mensen die de griep overleefden lieten zich nog tot tientallen jaren later gelden.
De meest doden vielen natuurlijk weer in India en China, in Europa waren in de Eerste Wereldoorlog kennelijk al ruim voldoende doden gevallen. Die vijftig miljoen plus is trouwens meer dan het aantal slachtoffers van beide wereldoorlogen. Hoewel wel gezegd moet worden dat oorlog, in dit geval de Eerste Wereldoorlog wellicht toch een cruciale rol had gespeeld bij de vermoedelijk grootste pandemie die de mensheid ooit heeft getroffen.
Een voetreis door 3/4 Nederland in 1823
Marita Mathijsen schrijft op haar blog: ‘Hoeveel kilometer legden Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp in het jaar 1823 te voet af door Nederland, toen ze hun befaamde voetreis maakten? Ik zou de rekenaars onder mijn volgers willen vragen of zij wellicht het aantal kilometers dat Jacob en Dirk liepen kunnen berekenen. Er is een prachtige kaart van hun route getekend in de nieuwe druk van Jacobs dagboek van de voetreis.’
Veel meer dan een ‘sexplorer’
Met de biografie door Onno Blom leer je Jan Wolkers (1925-2007) grondig kennen
an Wolkers, beeldhouwer, schilder en schrijver. In deze volgorde placht hij zich te presenteren. Op de website scholieren.com, onder meer een hulpje voor het samenstellen van je literatuurlijst, figureert slechts één boek van hem: Turks fruit. Het bekendste, niet in het minst door de film die door Paul Verhoeven ernaar is gemaakt.
Maar hij heeft zoveel meer geschapen. Wie hem typeerde als weinig meer dan een sexplorer (deze vondst is trouwens, in een gans andere context, van een jeugdvriend) zat er stevig naast. Voorbehouden aan vooral het christelijk deel der natie waaraan Wolkers zich heeft ontworstelt.
Meer dan 1100 bladzijden, inclusief notenapparaat en 50 foto’s, telt de biografie, waaraan taalwetenschapper Onno Blom (1969) tien jaar heeft gewerkt. Het litteken van de dood. Daarmee leer je Jan Wolkers (Oegstgeest 1925 – Texel 2007) grondig kennen. Een veelzijdig en uniek kunstenaar, die zich niet in de laatste plaats liet inspireren door de natuur. En zich zijn hele leven heeft verzet tegen alles wat hij als onrecht beschouwde.
Een Noors-Zweedse familiesage die je meesleept
Boekbespreking door Sante Brun
ojuist de lezing beëindigd van de zesdelige familiesage ‘De grote eeuw, drie broers, twee oorlogen, een eeuw’ van de Zweedse schrijver Jean Guillou. Het gaat over de geschiedenis van drie doodarme broers, zonen van een Noorse visser die op zee het leven heeft gelaten, door een gelukkig toeval in de gelegenheid komen in het Duitse Dresden een ingenieursopleiding te volgen, destijds – ruim voor de Eerste Wereldoorlog – veruit de beste opleiding op dat gebied in de wereld. Het eerste deel van de serie heet dan ook Bruggenbouwers, hoewel twee van de drie nooit een brug zullen bouwen en een van de drie na zijn opleiding zelfs weinig of niets met zijn beroep heeft gedaan.
De schrijver die de Nobelprijs niet kreeg
![]() |
Meer op SanteLOGie – Voorpagina hhBest |
Het gespleten Nederland van de jaren vijftig
at weten we, zeker als je niet op leeftijd bent, nog van de Koude Oorlog? De echte van na WO2 dan. Bitter weinig, zelfs al ben je wèl oud. Het heeft immers heel lang geduurd, aleer de de media – toen nog hoofzakelijk de kranten – een genuanceerder beeld ophingen van de tegenstelling oost-west, de op de
Sovjet Unie georiënteerde communisten enerzijds en de vooral confessionele politiek aan de andere kant.
Daarom is het boek Raadselvader – Kind in de Koude Oorlog – van Jolande Withuis zo verhelderend. Goed geschreven ook, in het Nederlands dat zij naar eigen getuigenis heeft geërfd van die vader, Berend, na de oorlog Berry Withuis. Communist, redacteur van De Waarheid en uiteindelijk vooral een vermaard schaakjournalist.
Nieuwe literatuur, en het leven van het Nederlands
Boekbespreking door Sante Brun
an Das Mag een nieuwe productie ontvangen, Sampler geheten en meteen gelezen. Korte verhalen, je kunt me er voor wakker maken. In dit geval gaat het om acht korte verhalen van een verscheidenheid aan schrijvers, die één ding
gemeen hebben: ze zijn geboren tussen 1991 en 1994 (op één na). Het boekje wordt je toegestuurd na betaling van 5 euro, mits je abonnee was of bent van inmiddels wijlen Das Magazin. Er zijn weken dat ik aanzienlijk meer betaal voor een boek, zeker voor een drukwerkje van zowel uiterlijk als inwendig ongewoon hoge kwaliteit.
Ik kan je dan ook dit boekje aanbevelen.
Een heel Russisch boek van een Hollander
Boekbespreking door Sante Brun
eel lof gezien voor het boek Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker. En niet ten onrechte. Het boek is een echte pageturner ondanks het feit dat het van de hak op de tak springt, heel vaak een zijstraat inslaat maar uiteindelijk weer op de hoofdweg terecht komt. Het is waargebeurde geschiedenis – met name die van opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie – maar ook, zoals de ondertitel ook meldt een ‘autobiografische vertelling’ met veel cynische grofheid maar ook tedere liefde tussen de ik-figuur en zijn Russische vriendin Julia, zijn bezorgdheid om zijn ouders en zijn handelsactiviteiten in overgangstijd.
De straat waar hij woont in achtereenvolgens Petrograd, Leningrad, en Sint Petersburg (maar door iedereen al die tijd Piter genoemd) is niet genoemd naar de componist, maar naar een of andere al lang vergeten communistische partijbons. Maar het is wel toevallig een straat waar menige figuur gewoond heeft die zou kunnen staan voor een bepaald stadium in de woelige geschiedenis, met name die na 1988.
Margje, of: het toeval dat niet bestaat
Boekbespreking door Sante Brun
oeval bestaat niet’, zegt de inmiddels zeer gelovige Hans Sievez ergens in de filmversie van Knielen op een bed violen naar de roman van Jan Siebelink. Hij bedoelt: alles dat gebeurt is onderdeel van gods plan, alles heeft een bedoeling.
Ik zag de film gisteravond op de onvolprezen tv-zender NPO2 Extra, en dat was toevallig op het moment dat ik in lichte verwarring Margje, het vervolg op ‘Knielen’ had dichtgeklapt. Margje is de weduwe van Hans Sievez, de bloemkweker uit Knielen die in alle opzichten ten onder gaat nadat hij zich had aangesloten bij een streng protestantse sekte, de Pauweanen.
En ik had moeten constateren dat ik, om iets zinnigs te schrijven over dat boek, eerst nog eens ‘Knielen’ zou moeten lezen. Dat was toevallig nog een probleem: ik heb geen fysiek exemplaar van het boek want ik las het twaalf jaar geleden op mijn toenmalige e-reader, waarvan ik de toegangscode kwijt ben, en die krijg je nooit meer terug van Adobe waardoor alles dat je als e-book ooit hebt gekocht reddeloos verloren is.
Met (auto)biografieën moet je oppassen
Boekbespreking door Sante Brun
et autobiografieën is het oppassen geblazen. Voor je het weet ga je mee in de mate waarin de schrijver of schrijfster zichzelf ophemelt en/of anderen afkraakt.
Ook biografieën geschreven in opdracht van het onderwerp zelf moet je in de gaten houden. De biografie van Jan Wolkers door Onno Blom heb ik daardoor nog altijd niet gelezen, omdat Blom kind aan huis was en nog altijd is bij de familie. Dat beïnvloedt toch ongunstig je objectiviteit. En ja, ik weet het, objectiviteit is in geschiedschrijving en met name in een biografie iets heel subjectiefs.
Een genie dat niet gauw iets afmaakte
Boekbespreking door Sante Brun
et is natuurlijk heel goed mogelijk dat je argeloos dacht dat Leonardo da Vinci alleen maar de Mona Lisa had geschilderd. En misschien ook nog Het Laatste
Avondmaal. En dat hij een hele slimme kerel was die de helikopter, het vliegtuig, de onderzeeër en het warme water heeft uitgevonden.
Dat zou kunnen.
Het zou ook kunnen dat je denkt dat Da Vinci inderdaad het grootste genie is dat de mensheid ooit heeft voortgebracht, dat hij allerlei dingen die pas sinds 2010 zijn uitgevonden vijfhonderd jaar geleden ook al had bedacht.
Dat zou ook kunnen.
Witte Bussen
Arie Wolfert poseert met zijn boek in de ‘voortuin’ van Nationaal Monument Kamp Vught. Foto © Jan van de Ven
Jan van de Ven
et is een onderbelichte geschiedenis: de reddingsoperatie van gevangenen uit nazi-concentratiekampen aan het eind van de tweede wereldoorlog. 15.000 gevangenen werden uit voornamelijk concentratiekamp Ravensbrück (ten noorden van Berlijn) net voor het einde van de tweede wereldoorlog met wit geschilderde bussen getransporteerd naar het veilige Zweden.
Arie Wolfert, historicus, oud-geschiedenisdocent en sinds 2006 vrijwilliger bij Nationaal Monument Kamp Vught, heeft dit vergeten stukje historie helemaal uitgepuzzeld.
Over romandebuten gesproken
Boekbespreking door Sante Brun
eiden zijn ze uitgeroepen tot uitzonderlijke talenten, beiden hebben ze een uitzonderlijk debuut op hun naam staan. Maar nu al roepen dat we hier te maken met de twee grootste talenten in het Nederlands
taalgebied, dat lijkt me vroeg. Eerst afwachten tot het feestje van het debuut voorbij is en de harde werkelijkheid van acht uur per dag ploeteren aan het volgende boek, bij voorkeur beter dan het debuut, dan praten we verder.
Ik heb het over Lize Spit en Marieke Lucas Rijneveld.
Over Het Smelt van Spit heb ik al een lyrisch stuk geschreven, te meer omdat het boek op een heel simpele manier toewerkt naar een verbijsterende climax – een verhaal waaraan Roald Dahl wellicht ook te pas is gekomen.