Het zoetsappige leven van een fascist
Sante Brun
ie zich wel eens in leven, dood en wonderen van Benito Mussolini heeft verdiept, is daar wellicht, vaak geheel zijdelings, de naam van de echtgenote van de Italiaanse fascistische dictator tegengekomen: Rachele Guidi. Van haar zijn de afgelopen vijftig jaar enkele biografieën geschreven, waarbij je vermoedelijk het boek van haar dochter Edda en een poging tot autobiografie van Rachele met een korreltje zout moet nemen.
Bij een bezoek aan boekhandel Leone in Stresa viel mijn oog op de voorkant van een gebonden boek, getiteld ‘Benito, le rose e le spine’ en de foto daaronder van Benito Mussolini in een stevige jas, met pet en stofbril achter het stuur van een rode Alfa Romeo, met in zijn mond inderdaad een struikje waaraan een rode roos.
Wat me deed besluiten het boek te kopen was de naam van de auteur: Alessandra Mussolini, dochter van Mussolini’s zoon Romano, en vooral bekend van haar grove bek en agressieve discussiemethoden, in de dertig jaar dat zij voor een neofascistische partij in het Italiaanse parlement zat. Tot mijn verbazing blijkt zij chirurg van beroep te zijn.
Ik las het met licht toenemende verbazing. Het is een perfect geschreven kasteelroman, een en al gezwijmel en gezucht van liefde en opoffering. Daardoor leest het dan weer wel heel gemakkelijk, gewoon wegens de in dit genre gebruikelijke beperkte woordkeuze.
De titel slaat nergens op: van rozen en doorns is in het geheel geen sprake en achterop staat, als een soort aanbeveling, ‘mijn leven is als een liefdesroman geweest, die je nooit uit krijgt.’ Van wie dit citaat is, weet ik niet, maar komt ook al in het boek nergens voor, ook al niet omdat het leven van Rachele absoluut geen liefdesroman is geweest – Mussolini was bij nader inzien ten eerste allesbehalve een grote romantische minnaar, en ten tweede een schuinsmarcheerder eerste klasse. In verschillende bronnen wordt melding gemaakt van middagsessies waarbij Mussolini vrouwen in zijn werkvertrek ontving, die de wens hadden geuit een kind van Il Duce te krijgen.
Rachele, die tijdens het regime van Mussolini werd voorgesteld als de ideale Italiaanse huisvrouw (vijf kinderen, smachtende bewondering en elke middag een smakelijke lunch op tafel) heeft uiteindelijk vanaf ongeveer 1930 haar zegeningen geteld en heeft haar intrek genomen in de luxueuze Villa Torlonia in Rome, waar zij de Duce, als hij er al was, zijn pranzo voorzette.
Dan toch maar dat boek. Dat gedeeltelijk gebaseerd is op authentiek bewijsmateriaal, maar niettemin vooral een romannetje is.
Rachele groeit op in een doodarm gezin in het plaatsje Predappio in de regio Emilia Romagna. Als enige in het gezin is zij leergierig en leert lezen en schrijven, de rest blijft analfabeet. Benito Mussolini, uit datzelfde dorp – zijn vader is smid – heeft al vroeg het oog laten vallen op toen nog wel heel jeugdige Rachele.
Benito vertoont zich trouwens niet vaak in het dorp, hij is dan al politiek actief, een socialistische journalist en ook nog eens tijdenlang weg wegens vrijwillige deelname aan de oorlog van 15-18. Dan heeft hij al relaties gehad met Angelica Balabanova en Ida Dalser. Heel langdurig was zijn relatie met Margherita Sarfatti en uiteindelijk met Clara Petacci, die in 1945 samen met Il Duce wordt vermoord.
Even terug.
In Predappio is er nog iemand die een oogje heeft op Rachele, Corrado Varoli, ook nog eens letterlijk een ridder op een paard – helemaal komt Rachele niet van hem los, al volgt ze aanvankelijk Benito naar Milaan, waar hij hoofdredacteur wordt van een socialistische krant en als zodanig ook flink uithuizig is.
Rachele wil, als ze al twee kinderen heeft, weg uit het benauwde flatje in Milaan en keert terug naar haar geboortestreek, waar ze een grote villa met landgoed betrekt Mussolini is intussen opgeklommen tot leider van de fascisten en beginnend dictator.
Voor het beheer van het landgoed heeft Rachele een deskundige nodig en dat blijkt… Corrado Varoli te zijn. Dat Mussolini met die benoeming genoegen neemt is een van de vreemde wendingen in het boek. Lang duurt die goedkeuring niet. Rachele’s zuster Aurelia is bij Rachele ingetrokken, misschien als spion, in ieder geval is zij degene die Rachele in flagrante betrapt in bed met Corrado – de schrijfster heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat Mussolini’s met overspeligheid gecombineerde uithuizigheid, hoe belangrijk ook voor Italië, Rachele de keel uit hangt. En het dringt, o wonder tot haar door, dat Corrado feitelijk haar grote liefde is.
Maar dan Aurelia. Die vindt iemand die zij een brief dicteert – ze is immers zelf analfabeet – en die brief gaat naar Rome. Waar Il Duce in zijn rode Alfa Romeo springt en de 350 kilometer naar Predappio rijdt, waar men de bekende drie claxons hoort. Rachele probeert nog te doen of er niets gebeurd is en haar zuster gek, maar Il Duce trapt er niet in en dreigt iedereen dood te schieten.
Daar komt het niet van, Varoli mag niet meer in de buurt gesignaleerd worden en Mussolini gaat haastig terug naar zijn drukke praktijk in Rome. Rachele toont zich voortaan braaf en trouw aan Mussolini en verhuist naar Rome; en pas in 1960 komt ze per toeval Varoli nog eens tegen.
Daar eindigt het boek, de lezer is intussen enigszins flauw van de zoete meligheid geworden. Rachele wordt uiteindelijk 89 jaar en zal nog een tijdlang, in genoemde villa, een restaurant exploiteren, benevens een uitstalling van Mussolini-memorabilia.
Had ik dat maar geweten toen ik in 2007 Mussolini’s graf bezocht.
Toen ik het boek met een zucht dichtsloeg moest ik denken aan Snuitje en Snoetje, de poesjes van onze eigen volksmenner. Zo’n boek komt er ongetwijfeld ook nog wel eens over hem. Denk ik.