Wie is online
6 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
april 2019
Z M D W D V Z
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
282930  

Dat waren nog eens echte Bourgondiërs

Boekbespreking door Sante Brun


bourgondiersp 17 februari 1454 hield de toenmalige Bourgondische hertog Filips de Goede een groots banket in een van zijn paleizen in Rijssel (tegenwoordig Lille – zo vreemd is het niet, het is maar of je het woord isle uitspreekt in het Frans of in het Engels) dat bekend is geworden als het Banket van de Fazant. De hertog beoogde ermee steun in de vorm van personeel en van geld bijeen te krijgen voor zijn voornemen een kruistocht te beginnen om de moslims mores te leren. De fazant was een dier waar men een eed bij zwoer en hij werd bij het banket binnengebracht door een man die Gulden-vlies werd genoemd, en op die fazant zwoer Filips een dure eed dat hij die kruistocht inderdaad zou ondernemen.

Het feest was één grote circusvoorstelling, met onder meer allerlei wonderlijke machines een rol speelden en een beeld van een naakte vrouw, uit wier borsten twee soorten rode wijn spoten.

Ondertussen werd er duchtig geschransd – een eindeloos aantal gangen kwam op tafel, telkens bestaande 48 gerechten. Honderden koeien, varkens, schapen, konijnen, hazen, herten, reeën, kippen, ganzen, eenden en zelfs zwanen hadden er het leven voor gelaten.

Het mag geen wonder heten dat alle deelnemers bevredigd huiswaarts keerden, en dat de thuisblijvers ongelijk hadden gekregen. Overigens overwoog echt niemand ook maar één ogenblik aan de kruistocht deel te nemen en die ging dan ook niet door.

Berg worst

Dat laatste was ook niet de reden dat ik dit verhaal verkort aanhaal uit het boek De Bourgondiërs van Bart van Loo. De reden was dat ik het contrast wilde laten zien tussen wat de echte Bourgondiërs in de vijftiende eeuw plachten weg te knagen – en dat deden ze herhaaldelijk – in vergelijking met de armetierige Brabantse en Limburgse ‘bourgondiërs’ van tegenwoordig die zich al tooien met die ‘titel’ als ze achter een berg worst en een vat bier zitten.

Ik doe dit ook niet omdat ik even mijn gram wil halen, maar om te benadrukken hoezeer je de geschiedenis, mits gezien vanuit een ander standpunt en in een ander tijdperk, geheel anders kunt voorstellen dan wij, Nederlanders, ons voorstellen dat het destijds gegaan moet zijn. Dat is voor de kern van het weelderige verhaal dat Bart van Loo er over schreef in De Bourgondiërs.

Van Loo is wel verweten zich wel erg te laten meeslepen door zijn talent voor bombastisch en weelderig taalgebruik. Dat verwijt is niet geheel ten onrechte, maar daar trekt hij zich weinig van aan. Zijn boek geeft een schitterend beeld van de periode die wij plegen samen te vatten als de Late Middeleeuwen.

Zijn boek is tevens vooral de geschiedenis van Bourgondië onder Filips de Goede, over wiens opkomst en ondergang twee derde van het boek gaat, en als titel heeft: De Bourgondische Eeuw (1369-1467). In die periode wordt het betrekkelijk kleine hertogdom Bourgondië met als hoofdstad Dijon steeds verder uitgebreid en geconsolideerd, tot het uiteindelijk reikt van Amsterdam in het Noorden tot Mâcon in het Zuiden. Maar het grootste deel van de periode bestond het hertogdom uit stukken van Europa die niet eens aan elkaar grensden en waarvan met name Brugge, Gent, Brussel, Mechelen en later Antwerpen de vooral economische en juridische kern vormden.

Van Nederland zoals wij het kennen is nauwelijks sprake in het boek van Van Loo. Jawel, er waren Hoekse en Kabeljauwse twisten, en in Den Haag zetelden op een gegeven moment de Staten-Generaal, door toedoen van Filips de Goede, een instelling die van het hertogdom min of meer een beschaafd land maakte. (Maar uiteraard nog geen democratie.) Willem van Oranje komt in één zinnetje in de epiloog van het verhaal voor, maar toen was de geschiedenis van Bourgondië al ruimschoots over haar hoogtepunt heen.

Middeleeuwse dispoot

Maar verder was Filips, die met zijn uitgestreken gezicht, magere in het zwart geklede gestalte de omslag van het boek siert, een echte Middeleeuwse despoot, die zijn gebied niet alleen gewapenderhand maar ook door slim uitgekiende huwelijken   uitbreidde; via kinderen die hij voldoende had. Met name buiten de deur liepen tientallen bastaarden van hem rond. Altijd was hij in geldnood, want die banketten moesten wel betaald worden, evenals zijn veldtochten.

Het boek is prachtig geïllustreerd en laat de werken zien van de grote Vlaamse primitieven waarvan er trouwens nauwelijks een uit Vlaanderen kwam. En passant legt Van Loo nog even uit dat ‘primitief’ in dit geval ‘roodkleuren’ betekent.

Van De Bourgondiërs is wel gezegd dat het geen verantwoord historisch werk is. Van Loo heeft voor zijn verhaal weliswaar veel interessante stukken geraadpleegd, waarvan het boek ook een opsomming bevat. En menig historicus die beoogt een handboek te schrijven waar zijn collega’s mee aan de slag kunnen zal Van Loo niet voor vol aanzien. Maar Bart was wellicht ook niet van plan hoog te eindigen op de lijst van grote historici, maar hij kan wél schrijven, boeiend een groot panorama van de door hem beschreven periode en personen voortoveren, zoals ook eveneens ietwat verguisde historici als Barbara Tuchman en Jan Morris daar mogelijk niet op uit waren.

Uiteraard is het speculatie als hij schrijft dat ‘Filips de Goede dacht’, of dat hij schrijft ‘misschien bedoelde hij wel, dat zou best kunnen kunnen’ etc.

Ik heb zijn pil met veel genoegen gelezen, en dat is inclusief wat wij hier in Nederland ‘zijn sappige Vlaams’ plegen te noemen.

Dat Filips de Goede De Lage Landen ‘uitvond’ dat moet je ook begrijpen uit de context. De Lage Landen waren in zijn ogen weer Vlaanderen, Henegouwen en Brabant, met Brussel als hoofdstad.

En dat Nederland er hoogstens ietwat perifeer in voorkomt ligt mede aan de datum waarop het boek eindigt, namelijk op 29 december 1558, met de begrafenis van degene die Van Loo de laatste Bourgondiër noemt: Keizer Karel V. Precies tien jaar later brak de Tachtigjarige Oorlog uit, mede naar aanleiding van het schrikbewind van Karels opvolger, diens zoon Filips II.

Maar toen hadden we het boek van Bart van Loo al uit.

Voorpagina hhBest

2 Reacties op “Dat waren nog eens echte Bourgondiërs”

  • Sappig Vlaams? Nou ja, liever zou ik zeggen dat Van Loo zich bedient van hedendaags Diets, dat in sommige passages grenst aan wat we tegenwoordig ook wel turbotaal noemen. ‘Karel de Stoute 2.0.’ En we telden op meer dan 500 pagina’s ‘slechts’ zeven keer het foeilelijke woord ‘ophoesten’. Toch maar vergeven, want verder kan ik de bespreking van Sante Brun helemaal volgen.

    Zelden heb ik de geschiedenis beschreven gezien op zo’n toegankelijke manier, met als kennelijk gevolg in één jaar tijd meer dan 100.000 verkopen en vijftien drukken. En er staat heel wat in dat boek, wat voor de huidige bewoners van de Lage Landen als regelrecht ‘nieuws’ kan worden beschouwd. Alles met verwijzing naar de bronnen. En ja, de schrijver zet ons op het spoor van Vlaamse en Hollandse middeleeuwse meesters, van wie nog heel wat werken in kerken, kloosters en musea zin te zien.

    De achting voor mijn onderwijzer van de zesde klas lagere school, als verteller van de vaderlandse geschiedenis, is weer wat gestegen: ‘Jacoba van Beieren, dát was pas een vrouw. Die had haar op d’r tanden.’ Bij Van Loo vind je waarachtig de bevestiging.

  • ‘De Bourgondiërs’ verschijnt nu in een Franse vertaling. Schrijver Bart van Loo zei tegen het dagblad De Morgen dat het de vervulling van een oude droom is.

Reageer op Redactie