Wie is online
0 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
december 2019
Z M D W D V Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031  

Geniaal en onbegrepen

Boekbespreking door Sante Brun


Ken verboden-tuinje dat: dat je een jaar of negen, tien bent en dat je ’s avonds vroeg naar bed gaat om verder te breien aan je project: jezelf een verhaal in dagelijkse afleveringen te vertellen. Ik wel. Op die leeftijd was ik er elke dag druk mee, Ik maakte vooral eindeloze ruimtereizen; overdag dacht ik er nauwelijks aan, maar ’s avonds ging ik helemaal los.

Ik heb dat altijd geheim gehouden omdat ik het raar vond, en ik vertel dit nu omdat ik een ander jongetje heb gevonden dat hetzelfde doet: Ewout Meyster, de hoofd- en vrijwel enige persoon in een aantal boeken van de schrijver Wessel te Gussinklo, te weten De verboden tuin, De opdracht en het meest recente werk: De hoogstapelaar.

 

 

Alle drie boeken – verschenen in 1986, 1995 en 2019 – die allerlei prestigieuze prijzen hebben gewonnen, een feit dat niet heeft geleid tot grote beroemdheid voor Te Gussinklo, inmiddels tegen de 80 jaar. De opdracht heb ik trouwens niet gelezen, daarin is Ewout Meyster 14 jaar en in het laatstgenoemde deel is hij 17 of 18 jaar.

Nog een paar opmerkingen vooraf: in De verboden tuin komen nog vrouwen en meisjes voor, een van hen met name: Hanneke, die een rol speelt in Ewouts nachtelijke vertellingen. Die trouwens niet mis zijn, zeg. Ook is er een passage waarin de schrijver Ewout laat uitweiden over zijn beeld van vrouwen en meisjes: als wezens die heel ver van hem af staan en van een soort hogere orde zijn.

(Volledigheidshalve: Te Gussinklo publiceerde in 2016 het boek Zeer helder licht, waarin een jongeman genaamd Wander probeert een wat oudere vrouw, Hanna, aan de haak te slaan. Lees hier wat ik erover schreef.)

schiele-2In De hoogstapelaar is Ewout uitgegroeid tot een Einzelgänger in de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw, bepaald niet de sympathiekste persoon uit de literatuur. Hij verbeeldt zich een groot intellectueel te zijn, of te moeten worden, hoewel hij al van diverse scholen is afgetrapt, en een geboren leider. Hij heeft wel eens gehoord van de werken van Sartre en Camus – één boek van Sartre heeft zelfs wel eens doorgebladerd. Hij heeft wat vrienden om zich heen, die hij bewust klein probeert te houden want hij heeft bij zijn hoogmoedswaan een probleempje: hij vindt dat zijn uiterlijk niet voldoet aan de eisen waaraan een groot leider en denker voldoet – hoewel hij wel uiteenlopende gestalten als die van Churchill, Roosevelt en Hitler als voorbeelden ziet. Uit Hitler put hij zelfs troost: een lelijke man met een afschuwelijke hoge schreeuwstem, en toch een échte man met overwicht, zoals hij zichzelf ziet. (T Gussinklo’s  beschrijving van Ewout deed mij herhaaldelijk denken aan Thierry Baudet).

Ewout wordt intussen nogal gehinderd in zijn hoogstapelarij door zijn moeder, die een winkel in protestantse godsdienstige geschriften drijft. Intussen is hij voor de buitenwereld helemaal van zijn tijd: Elvis Presley en jazzbands maken zijn muziek – intussen draait hij thuis steeds dezelfde plaat: een deel uit de negende symfonie van Dvorák, ‘Uit de nieuwe wereld’.

Te Gussinklo is een minutieus schrijver. Honderden pagina’s lang observeert hij Ewout en leest diens gedachtegang als een open boek. Het is geen gemakkelijk te lezen boek, het is of de auteur in een soort razernij aan de slag is, steeds weer diepere lagen ontdekt en exploreert, waarbij hij de neiging heeft veel zinnen tussen haakjes te zetten, soms wel twee of drie haakjes binnen haakjes. Hetgeen het lezen niet vergemakkelijkt. En daarbij vervalt hij ook nogal eens in herhaling.

In de loop van het relaas zie je dat Ewout een soort teloorgang tegemoet gaat, zogenaamde vrienden haken af, andere gaan twijfelen aan zijn tot dan toe superieur geachte wijsheid. Hij krijgt ook last van inzinkingen, een soort van faalangst, die de auteur omschrijft als depressies. Hij begint dan te twijfelen aan de moed en het overwicht die hij denkt te hebben – en dat wordt ook hardhandig bevestigd.

Als je even buiten beschouwing laat dat Te Gussinklo als stilist niet in Gerard Reve’s schaduw kan staan, doet zijn werk inhoudelijk aan dat van de grote volksschrijver denken. Maar qua schrijfstijl ook aan een andere weerbarstige stilist, Arnon Grunberg.

En als je niet dat soort (altijd manke) vergelijkingen wilt trekken, wil ik je wijzen op de rake keuze die gemaakt werd voor de omslagen van zowel De verboden tuin als De hoogstapelaar: De eerste De Tuin van Paul Klee (Ewout fantaseert in dat boek voortdurend over tuintjes die hij overal wil planten), de tweede, echt een schot in de roos, Selbstbildnis mit oranger Jacke 1913 van Egon Schiele.

Niettemin maakt zijn kleine oeuvre (gepubliceerd door de eigenzinnige uitgever Koppernik) en zijn eenzame hoofdpersoon Te Gussinklo tot een van de bijzonderste Nederlandse schrijvers.

Ik ben benieuwd hoe het gaat aflopen met Ewout.

Voorpagina hhBest

Reageer