Wie is online
1 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
juli 2018
Z M D W D V Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031  

Levendige schets van Nederland in 1823

roosendaal


De Varkensmarkt in Roosendaal rond 1791 naar D. Verrijk. Illustratie uit het boek. De naam is in 1921 op aandrang van de winkeliers veranderd in Bloemenmarkt. ‘Meer aanzien.’


Twee rijkeluiszonen, Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp (ja, zoon van een van de staatkundige grondleggers van het Koninkrijk der Nederlanden) maakten in de zomer van 1823 gedurende drie maanden een voetreis door driekwart van Nederland, ‘om den landaart en en de zeden en gewoonten der ingezetenen te leeren kennen’ (Van H). Beiden hielden daarvan een dagboek bij, waarvan dat van de latere schrijver Van Lennep het meeste boeit en de meeste informatie bevat. Een heruitgave van dit verslag is bezorgd door Geert Mak en en Marita Mathijsen, van wie de laatste een voortreffelijke hertaling leverde. De tekst van Van Lennep heeft sterk journalistieke trekken; ze bevat, naast (soms letterlijk) poëtische beschrijvingen, scherp-kritische analyses. Geweldig dat dit ontsloten is, er was vlak voor de industriële revolutie heel wat meer dan de geijkte Jan Salie-geest.

 

 

 

Een voetreis was op zich in die tijd niets bijzonders; immers de gewone man verplaatste zich per benenwagen over de vaak modderige wegen en de afstanden tussen steden en dorpen werden dan ook uitgedrukt in uren gaans. Het duo (ex) Leidse studenten stapte alleen in de koets of op de vrachtkar als de omstandigheden (weer of terreingesteldheid) hen daartoe dwongen.

Driekwart van Nederland, zoals we het nu kennen, dat wil zeggen zonder Limburg en het grootste deel van Noord-Brabant. België hoorde trouwens toen ook nog tot het Koninkrijk van Willem I.

Het was een protestantse, patriachale standenmaatschappij, waarvan wij ons nu nauwelijks een voorstelling kunnen maken en het verhaal is daarvan de weerslag. Met ‘de verlichting’ die aan deze periode voorafging hadden de jongemannen – en vooral de stijve Van Hogendorp – weinig op; met het opkomend liberalisme wellicht nog minder. Verschillen van politieke en religieuze inzichten zouden uiteindelijk tot verwijdering tussen beiden leiden. Van Lennep was iemand, die je gerust tot op zekere hoogte een losbol zou kunnen noemen. In het Duitse Bad Bentheim, dat in de reis was betrokken, vergokte hij minstens honderd gulden. (Een arbeidersloon werd toen in stuivers berekend.)

Loodwit in de wijn

Ze reisden dus, al dan niet met aanbevelingen, van de ene rijke (adellijke) familie naar de andere om daar sloten thee koffie, wijn, diners en soupers tot zich te nemen. Vooral Van Hogendorp kon nogal eens een borst op zetten over zijn afkomst als het door kasteleins aangeboden onderkomen hem niet beviel. Van Lennep werd ‘n keer ‘doodziek’ van met loodwit vergiftigde Bourgogne (een middel om de ‘zure smaak’ wat weg te nemen). Over alcoholica gesproken, pas in Brabant en Zeeland is kennelijk het (Leuvens) bier drinkbaar.

Over de gedegenereerde levenswijze van de Leeuwarder elite, haar drank- en vraatzucht en haar zedeloosheid laat ‘Ko’ van Lennep zich uitvoerig kritisch uit. Hier manifesteert zich ook de aloude tegenstelling tussen Hollanders en Friezen – dorpse veten, kenmerkend voor geïsoleerde gemeenschappen, tot regionaal niveau uitvergroot.

Onthutsend is de beschrijving van de toestanden in de ‘kolonie’ Ommerschans (Drenthe), waarheen bedelaars letterlijk, ook vanuit België (!) werden gedeporteerd. Zo erg, dat de ‘directie’ de jongemannen smeekte, hun netwerk in te schakelen ter verbetering van de situatie. Op beschrijvingen als deze baseer ik mijn opmerking over het journalistieke karakter van Van Lennep’s tekst.

Praalgraf_van_Engelbrecht_II_van_Nassau


Praalgraf Engelbrecht II van Nassau in de Grote Kerk van Breda. Foto G.Lanting op Wikipedia.


Brabant komt er, zoals gezegd, nogal bekaaid af. In Den Bosch hebben ze ‘een roomse kerk die vroeger protestants is geweest’ (de Sint Jan) en die volgens Van L. qua kunst weinig te bieden heeft. Het weer verhindert een bezoek aan ’het kanaal’ (later Zuid-Willemsvaart genoemd) dat in 1823 in aanleg is. De dagboekschrijver ontpopt zich overigens als een kunstkenner; zo bejubelt hij het internationaal beroemde grafmonument van Engelbrecht II van Nassau in de Grote Kerk van Breda, waarvan lang is gedacht dat het van Michelangelo was, maar dat een product is van een andere Italiaanse renaissance-kunstenaar. Van Lennep heeft het over Engelbrecht zonder meer; jammer dat de samenstellers van het boek  daardoor op het verkeerde been zijn gezet en een afbeelding van het grafmonument van Engelbrecht I hebben gekozen.

De illustraties – veel repro’s van prenten en schilderijen, uiteraard in kleur – vormen trouwens een waardevol bestanddeel van het boek.

Een reactie op “Levendige schets van Nederland in 1823”

  • Marita Mathijsen schrijft: ‘Hartelijk dank voor uw bespreking. Vooral ook voor de correctie van Engelbrecht I en Engelbrecht II (betreft illustratie op p. 265). Ik hoop op een volgende druk – dan wordt dit veranderd en komt Breda ook in het register te staan, waar ik het nu miste.

Reageer