Wie is online
3 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
mei 2014
Z M D W D V Z
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

Spanning voor en achter ‘De Draad’

Jeugdboek over Wereldoorlog 1

wo1_elektrische_draad
Reconstructie van de elektrische draad op de grens bij Budel.


De schrijver van jeugdboeken Hans Kuyper kreeg van zijn uitgever Leopold het verzoek, ‘n boek te maken over Wereldoorlog I. Dat ligt, honderd jaar na het begin van het drama, waarschijnlijk goed in de markt. Het resultaat is er: volop spanning voor en achter Den Draad, het onder stroom staande  ‘hekwerk’  tussen bezet België en het neutrale Nederland. Een Dodendraad.

 

 

 

Ik acht mij, als zeer oude man, eigenlijk niet bevoegd te oordelen over wat jongeren vanaf 11 jaar aanspreekt. Ik haast mij dan ook het boek ‘Achter de draad’ aan een 12-jarige kleinzoon ter hand te stellen, teneinde zijn mening te vernemen.

achter_de_draadKuyper meldt op zijn website dat hij enkele mooie oude woorden (valies, kepi, hazenlepels) van zijn redacteur heeft moeten schrappen en dan denk ik: daar heddet al. Ik heb het ook wel eens anders gezien: een serieuze wijze van benaderen van jonge lezers met handhaving van ‘moeilijke’, maar wel historische begrippen, die dan achterin het boek worden verklaard. Ik wil maar zeggen, zo kan het ook.

Het boek gaat over dingen die ‘echt hebben bestaan of zijn gebeurd’, maar negentig procent is fantasie. Zelfs de geografische gegevens zijn ‘geneutraliseerd’: het stadje Achemont is een samentrekking van Achel en Hamont, het bekende, tegen de grens gelegen trappistenklooster, dat in het verhaal een belangrijke rol speelt, heet De Montse Kluis.

Mars en Irene

De 13-jarige plattelandswees Mars (geboren op Sint Maartensdag, vandaar, maar er is even niet aan gedacht dat Mars de romeinse oorlogsgod is, terwijl een vrijwel onder zijn neus geboren meisje de naam van de vredesgodin Irene krijgt) onderneemt een gevaarlijke tocht naar de andere kant van De Draad. Met de baby van enkele dagen oud in een pungel op zijn rug. Die houdt hij zoet en stil met aardbeien uit het bos. Een jongen met een missie, dus. Onderweg doodt hij met zijn handboog een Duitse soldaat!

Ik denk dat de lezertjes het verhaal best mooi zullen vinden, maar er staan wel enkele rare dingen in. Het kanongebulder aan de Somme (meer dan 200 km ver) is in Noord-Brabant te horen. Mars krijgt die ‘professionele’ handboog in een café van een commandant van het (Nederlandse) Veldleger, die hem ook leert ermee om te gaan. Nadat hij de snotneus een glas bier heeft aangeboden! Dat is nog niks, later zal Mars thuis een jenever achterover slaan, terwijl hij toch had kunnen zien wat sterke drank aanricht bij een verslaafde stroper, die hij op een gegeven moment dan ook ‘onder commando’ krijgt.

Mars is vroeg oud. Tekenen van een ontwakende seksualiteit bij de jongen nota bene aan het kraambed van een vluchtelinge doen eerder geforceerd dan natuurlijk aan.

Andermaal blijkt: voor jongeren schrijven is best moeilijk.

3 Reacties op “Spanning voor en achter ‘De Draad’”

  • Hans Kuyper:

    Ik ben blij dat u de moeite hebt genomen mijn boek door te lezen en ik heb uw recensie met belangstelling gelezen. Het is niet mijn gewoonte op kritiek te reageren. Maar enige opmerkingen in uw stuk smeken om een weerwoord.

    Dat een boek over de Eerste Wereldoorlog dit jaar goed in de markt ligt, is evident. Elektrische auto’s liggen ook goed in de markt, de laatste tijd. Geen reden om ze dan maar niet te produceren. En zeker geen reden voor een sneer.

    Het gedonder van de kanonnen aan de Somme was in 1916 tot in Londen te horen, op de zuidoostelijke zomerwind. Jongens van dertien dronken dagelijks bier (als ze eraan konden komen), en hun seksualiteit ontluikte juist op die leeftijd – zoals ook nu nog bij de gemiddelde jongen. Vraag het uw kleinzoon (al zal hij daar waarschijnlijk niet over willen spreken).

    Juist omdat negentig procent van mijn boek waargebeurd is, heb ik de dorpen en bossen van de grensstreek samengeperst tot één overzichtelijk terrein. Een beetje zoals het Neverland van mijn geliefde voorbeeld J.M. Barrie: ‘nicely crammed, with no tedious places’. Om dat schuiven met data en plaatsen helder te maken, heb ik de echte geografische namen ook ietwat verschoven. Daarmee geef ik aan: Ja, dit is waar – maar net niet helemaal. Een parallelle werkelijkheid die nét langs de historische schampt.
    Mijn boek is tenslotte geen geschiedkundig werk, maar een roman. Een roman moet vooral leesbaar zijn, en het om de haverklap moeten opzoeken van verouderde woorden helpt de lezers niet om lekker in het verhaal te komen. (De valies duikt overigens later in het verhaal tóch nog even op) Als ik de pungelaars en passeurs, de hanenveren en pickelhelmen wilde behouden (en dat wilde ik natuurlijk), moest er tot mijn grote verdriet af en toe een minder belangrijk pareltje sneuvelen.

    Kiezen voor leesbaarheid betekent pertinent niet dat ik jonge lezers niet op serieuze wijze zou benaderen. Dat veronderstellen is ronduit een belediging. Én het is aantoonbare flauwekul, gezien het thema en de verhaallijnen van de roman, die allerminst kinderachtig zijn. U vindt Mars zelfs ‘vroeg oud’! De grootste belediging is echter dat u ervan uitgaat dat ik er niet over zou hebben nagedacht dat Mars de Romeinse oorlogsgod is, en Irene de Griekse godin van de vrede. U bent echt niet de laatste gymnasiast geweest, meneer ’t Sas. Er zijn er na u nog vele gekomen, en ik was er een van. Hoe haalt u het in uw hoofd dat ik in het jaar dat ik aan deze roman gewerkt heb, niet over namen heb nagedacht? Als er iemand niet serieus genomen wordt, ben ik het wel in uw recensie!

    Maar laat ik vrolijk eindigen. U schrijft dat u het boek aan uw kleinzoon ter hand zult stellen. Dat is het beste wat u kunt doen, en ik hoop dat hij er net zoveel plezier aan zal beleven als de andere recensenten totnutoe. Want dat is de bekroning voor mijn gezwoeg het afgelopen jaar – dat de jeugd van nu mijn boek leest en misschien iets meer begrijpt van de wereld en hoe die zo geworden is.
    En u heeft volkomen gelijk: zulke boeken schrijven is best moeilijk. Ontzettend moeilijk zelfs.

    Recenseren met verstand van zaken ook.

  • Lars (12) schrijft over het boek: ‘Het boek vond ik erg mooi om te lezen, ik kon er zelfs niet mee stoppen. Ik vond het ook heel spannend, wat Mars allemaal beleefde. Hij moest op jonge leeftijd al meehelpen om mensen en dingen over te grens heen te smokkelen wat natuurlijk wel erg is omdat hij dat dan al op die leeftijd moest doen. Ik kon me heel erg met Mars inleven want hij is ongeveer even oud. Gelukkig dat ik nog nooit in een oorlogssituatie heb gezeten want dat lijkt me echt afschuwelijk. Ik vond Mars ook wel een zielige jongen, zijn moeder was al overleden en hij wist niet wie zijn vader was en Lijne overleed ook al terwijl ze elkaar nog maar net hadden leren kennen. Ik vond het knap van Mars dat hij er alles aan deed om baby Reentje bij haar familie te krijgen in België waardoor hij over de dodendraad heen moest, dat was een spannend avontuur. Het is interessant om te lezen wat zich in Nederland afspeelde tijdens de oorlog want dan lees je ook hoe het is om neutraal te zijn tijdens een oorlog.’

Reageer op Guido