Archief van de rubriek ‘Ginneken’
Hans van Mierlo (1931-2010) mijmert over zijn jeugd
Aan memoires is hij nooit toegekomen. Hij had een natuurlijke aversie tegen het obligate en misschien vond hij zichzelf ook geen briljant schrijver, waarin hij aantoonbaar – weer eens – gelijk had. Hans van Mierlo, journalist, politicus, denker en mede-oprichter – icoon – van de naar staatsrechtelijke vernieuwing strevende politieke partij D66, overleed (op 11 maart) een jaar geleden op 79-jarige leeftijd.
Er is nu toch een boekje van hem verschenen, van nauwelijks tachtig bladzijden. Zoals de titel, Het kind en ik (naar een opgenomen gedicht van Nijhoff) al zegt, gaat het voornamelijk over zijn jeugd in Ginneken, tegenwoordig stadsdeel van Breda, en over zijn familie, zijn ouders, Wereldoorlog 2, die hij mede moest doorstaan, kortom de niet weg te cijferen achtergrond van alles. Hans van Mierlo was dus ook een nostalgicus, een romanticus en een gevoelig mens, maar dat laatste wisten we al.
Over molens, een maalderij en een brouwerij
De maalderij De Fortuyn van Vic van de Reyt aan het begin van de Bavelselaan, hiernaast op de foto, is een van de monumentale Ginnekense gebouwen, die een woonbestemming hebben gekregen. Wooneenheden dus in het gebouw-zelf en een hofje (Fortuynhof!) erachter. Jammer dat niet ook het brouwerijtje ernaast (De Zwaan, Ginnekens Oud Bruin) is bewaard. Andere voorbeelden zijn, de statige woning van wijlen burgemeester Theodoor Serraris aan de Raadhuisstraat en het hoofdgebouw van het Laurensziekenhuis. Hier is onder de naam Laurenspark een complete woonwijk uit de grond gestampt, met veel respect voor het aanwezige groen. Ooit zou men die gevel weer zijn oorspronkelijke kleur van gele baksteen moeten geven en de zandloperluikjes, zo karakteristiek voor dit plattelandsziekenhuis, weer moeten aanbrengen.
Ik heb iets met dat Laurens (welke Ginnekenees trouwens niet?), omdat ik er in kamer 2, rechts van de hoofdingang, ben geboren.
Maar ’t Fortuyn.
Die maalderij was eigenlijk niet eens zo oud: in 1923 gebouwd door mulder Van de Reyt, die aanvankelijk de Ginnekense molen op de hoek van de Bavelselaan en de tegenwoordige Kerkhofweg had bemalen. Die molen was door hoog geboomte en de bouw van het Sint-Laurensgesticht de wind ontnomen en raakte in verval.
Er is nog ’n aardige anecdote over in omloop, die de toenmalige burgemeester van Ginneken en Bavel, jhr. Theodore Serraris tot molenaar maakt. Bij een onmoeting in de trein is de molen door Victor van de Reyt aan de burgemeester cadeau gedaan. Vic heeft me dat verhaal vijftig jaar geleden in geuren en kleuren verteld, toen ik hem als aankomend journalistje voor inmiddels wijlen de Bredasche Courant interviewde. Serraris was het verval van de molen een doorn in het oog en hij bracht dat de mulder minzaam onder de aandacht. ‘Juist, burgemeester,’ reageerde die, ‘maar wie zal de restauratie betalen? En na zijn genereus aanbod: ‘Da ziede niet dikwijls hé, dat een rijke burgemeester een molen cadeau krijgt van ‘nen armen mulder’.
Dat ik nog regelmatig aan mijn molenverhaal wordt herinnerd, komt door de vanaf de A16 te volgen restauratie van de molen in Princenhage. Die is ook bezit geweest van de familie Van de Reyt en kent een vergelijkbare vervalgeschiedenis. Alleen de romp, de hoogste van Nederland (zelfs van de wereld, meent BN De Stem te weten) is altijd blijven staan. Ik vond het knipsel uit de Bredasche Courant nog in mijn archief. Het eindigt zo: ‘Wij pleiten voor de molen van Princenhage. Hij heeft ons hart gestolen!’
Veranderingen, een egoscript
door Guido t’Sas
2003. Een wandeling door mijn geboortedorp en omgeving, een gedicht en een oud fotootje
Levensmaatje had een afspraak in Breda, in een betrekkelijk nieuwe wijk in de buurt van de Willem van Oranjelaan. Omdat ik niet ver daar vandaan geboren ben, moest ik natuurlijk wat aanwijzingen geven, hoe te rijden. Maar toen het zover was, kreeg ik een bevlieging: ‘Ik ga mee’.