Home hhBest
hhBest

Een kampeervakantie in 1955

Weekbudget 10 gulden - Geen slaapzak of luchtbed
Met de tent op je rug - Pannen schuren met zand

Trektocht door de Nederlandse en Belgische Kempen

 

 

 

 

 

Koken op houtvuur
Koken op een houtvuur

2.

Die pannen werden met een bosje gras en zand aan de buitenkant geschuurd, dat wil zeggen van een flinke laag roet ontdaan. De gewoonste zaak van de wereld na dat koken op een houtvuur in de vrije natuur. Heel verantwoord allemaal, want ver van brandbaar gewas. Het kon ook een boomgaard zijn, waarvan de eigenaar royaal aanbood dat we de afgevallen appels zouden gebruiken. Voor hete bliksem! En de aardappels mochten we natuurlijk ook uit het veld trekken. Het kwam goed uit, want het budget voor een hele week bedroeg één tientje (guldens) de man. Nou ja een brood kostte toen twee dubbeltjes... Aan vlees kwamen we, afgezien van wat boterhamworst, niet toe. En véél zat er niet aan voor pilsjes of frisdrank. Ik geloof dat het begrip als zodanig nog niet eens bestond. Nu werd cafébezoek ook niet echt scoutinglike gevonden. Toch herinner ik me 'n uurtje in een snackbarachtige kroeg in Arendonk, bij een jukebox, waarin Avé Maria Zamora draaide.

 

Pan schuren
Pannen schuren met een bosje gras en zand.

 

 

 

Opvallend veel foto's laten ons trouwens zien in rusthouding. Want het was behoorlijk afzien, al wilde niemand dat voor de anderen toegeven. Rusten op betonnen paaltjes langs een fietspad, op een caféterras, op een bank van de plaatselijke VVV.

De nachtrust was matig. Je sliep in twee met enorme sluitspelden als 'n soort slaapzak in elkaar gevouwen dekens rechtstreeks op het grondzeil. Maar je was jong, dus als het moest kon je overal slapen. En na zo'n dag sjouwen zeker.

Sommigen (de Knip) kregen er maar geen genoeg van. Die moest je regelmatig 's morgens aan z'n benen de tent uit trekken. In die week heeft het trouwens één keer 24 uur aan een stuk geregend.

 

 

Ontruiming
'Ontruiming volgens plan'

 

 


Abdijpoort
Eten in een abdijpoort

We hebben toen in een poort van de 14e eeuwse Norbertijnerabdij van Postel gekookt. De volgende morgen maakte ik een foto van Paul, in poncho en met de hoed op, een stapel potten jam e.d. als een toren van Pisa met zich meevoerend, met de woorden: 'Ontruiming volgens plan' (Het staat achterop die foto en ik hoor het hem nog zeggen.)

Die Postelse Norbertijnenabdij was een ervaring apart. Tegenwoordig exploiteren de witheren er het toerisme. Ze bouwden in de jaren zestig een grote brasserie en breidden het kloostercomplex, met romaanse, gothische en barokke elementen, uit met accommodatie voor conferenties e.d. De wegen met kinderkopjes richting Retie/Mol en Eersel (NL) werden door asfalt vervangen. In de weekends, zomer en winter, is het in en rond Postel een drukte van belang. Ook het cafeetje tegenover de abdij (destijds de enige uitspanning) pikt in sterk vergrote vorm een graantje mee.

Toen wij er waren, zag ik er één auto en - in de verte - een schaapsherder met z'n kudde. Helaas heb ik daar geen foto's van. De herder ligt op het kloosterkerkhofje begraven. Toch was Postel, met zijn eeuwenoude bibliotheek, in de jaren vijftig al een cultureel centrum. Destijds bekende Vlaamse schrijvers als Felix Timmermans en Ernest Claes, hadden er hun ontmoetingen. Oubolligheid? Het zal wel, maar ik vond het naderen van de abdij, dwars door de hei vanuit Bladel, met de klanken van het carillon als volslagen verrassing een belevenis.

 

Naar deel 3

Naar boven