Reve in Weert

hhBest

Beginpagina

Sporen, door tranen uitgewist

Door Sante Brun
Het college op de Nieuwe Markt in Weert is inmiddels vervangen door winkels in opmerkelijke architectuur maar van dezelfde merken die je overal ziet. Als je niet terugschrikt voor geschiedenisbeschouwing in de 'wat, als'-stand, is het een aardige vraag: zou de volksbard Gerard Reve het nu net zo lang uithouden in de lelijke jarenvijftigflat aan de overkant als in de jaren zeventig, toen hij vanuit het raam nog volop kon genieten van de gymles van de jongelui van de school – een les die hij ongetwijfeld completeerde met geheel eigen lichamelijke oefening. Ongeveer op de plaats van die gymzaal ligt nu een plaquette, die wel vrij groot is maar die je licht over het hoofd ziet, die herinnert aan de drie jaar die Reve doorbracht in de woning van Guus van Bladel en waar hij enkele belangrijke delen van zijn oeuvre tot stand bracht.
Zoals het gedicht 'Een goede katholieke opvoeding'.

Vijf & tachtig jaren is Guus zijn vader nu al oud,
maar hij schreeuwt nog onverminderd voort op wind kracht elf.
Op de gang roffelt reeds de hoefslag van de Dood,
maar hij hoort niets, de oude Framboosneus Tandeloos,
die brult, brult, brult, de vuist geheven
tot allen die het liever niet, liever niet meer,
liever nooit meer willen horen,
wat zijn credo is:
Dat hij nog nooit in zijn gehele leven
één boek gelezen heeft.
Café
Het café, waar Reve ooit zijn verjaardag vierde, wellicht zijn vijftigste.
Weert
Weert
Ik kan het niet laten het in koffiehuis 'Bij Henny', gelegen recht onder de genoemde flat, nog eens hardop (en niet helemaal correct, want uit het hoofd) aan te halen. Henny krijgt vijf sterren, wegens haar weelderige gestalte en het glaasje amaretto met slagroom bij de cappuccino.

Wij – romancier, dichter en kandidaat-hindoe H. uit M en ik – zijn dan ongeveer halverwege de Gerard-Revewandeling die door een echte reviaan is uitgestippeld en zelfs verwijst naar een huis waar Guus van Bladel woonde nog vóór hij Reve ontmoette; en worden reeds bekropen door een licht gevoel van teleurstelling. Want zoals een van de brieven van Reve in zijn veelgelezen prachtboek 'Nader tot U' zijn zijn sporen in Weert na dertig jaar nagenoeg uitgewist.

Wij krijgen de indruk dat meer inwoners van Weert, in ieder geval degenen die beslissen over de omstandigheden van de gebouwde omgeving, een even goede katholieke opvoeding hebben genoten als de vader van Guus van Bladel.
Vrijwel elk gebouw – misschien met uitzondering van het NS-station en de Martinuskerk – dat ooit in Weert stond en waar Reve in die jaren wel eens kwam, is inmiddels tot de grond toe afgebroken, grondig verbouwd en/of van functie veranderd. Ik noem de Chinees waar Reve geregeld voor zeven gulden nasi haalde en daarbij een grote pan meenam ('dan krijg je meer') en die nu een winkel van Douglas is, waar je aan een grote pan hoegenaamd niets meer hebt. In de Martinuskerk is nog wel een beeld van Maria, Moeder van Altijddurende Bijstand (een sociale voorziening die inmiddels wegens onbetaalbaarheid ook al werd afgeschaft) waarvan je je kunt voorstellen dat Reve er wel eens een kaars brandde en tevens probeerde onder betaling daarvan uit te komen. Het carillon van de miniatuurtoren in de kerk speelt, na inlevering van enig Geldt, 'Blijf bij mij Heer', maar dat is natuurlijk een slap aftreksel van 'Nader tot U'.
Nog erger: we bezoeken twee boekhandels. In de ene ontstaat lichte paniek als we informeren naar de plek waar zich de boeken van Reve bevinden: ze bevinden zich niet, deze middelgrote boekhandel heeft niets van de volksschrijver in huis; de andere boekhandel, Willems, haalt het net met de hakken over de sloot, want het heeft drie van Reves boeken en het stripboek aangaande 'De Avonden'. Maar gelukkig wel 'Stout' van die mevrouw, hoe heet ze, die laatst nakend in de Playboy stond.('Vijf & veertig jaren is Heleen van Royen nu al oud', etc, verder naar believen invullen.)

Dan naar de schilder G. van de Oetelaar, met wie Reve nog wel eens een glas dronk. Er is alleen een hondje thuis. 'Nou, de IJzeren Man hoef ik ook niet te zien,' zegt mijn letterkundig gezelschap. 'Zeker zoeken naar het gras dat Reve er nog eens heeft platgereden met zijn camper.'

Nou, inderdaad.

We oreren onderweg nog wat over landen waar ze hun schrijvers beter eren, bijvoorbeeld door hun huizen als museum te conserveren; de auteur zou er zo in kunnen terugkeren en aan het scheppen slaan.

Maar Reve kompt niet terug; en hij leidde feitelijk een zwervend bestaan. Dus we moeten Weert wederom niet te lastig vallen.

Martinuskerk
Martinuskerk