Wie is online
1 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
april 2018
Z M D W D V Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Een genie dat niet gauw iets afmaakte

Boekbespreking door Sante Brun


leonardo_dameet is natuurlijk heel goed mogelijk dat je argeloos dacht dat Leonardo da Vinci alleen maar de Mona Lisa had geschilderd. En misschien ook nog Het Laatste Avondmaal. En dat hij een hele slimme kerel was die de helikopter, het vliegtuig, de onderzeeër en het warme water heeft uitgevonden.

Dat zou kunnen.

Het zou ook kunnen dat je denkt dat Da Vinci inderdaad het grootste genie is dat de mensheid ooit heeft voortgebracht, dat hij allerlei dingen die pas sinds 2010 zijn uitgevonden vijfhonderd jaar geleden ook al had bedacht.

Dat zou ook kunnen.

 

 

 

Maar als je een van beide gedachten koestert, moet je misschien toch eens een biografie lezen van deze held van de Renaissance.

En dan meteen ook maar de meest recente en volgens sommigen die het weten kunnen de best geïnformeerde biografie die er ooit geschreven is. Goed geïnformeerd is in dit geval heel nuttig, want er is eigenlijk heel weinig dat vaststaat omtrent het leven van Leonardo.

Het gaat om het kloeke en fraai geïllustreerde boek van Walter Isaacson, die kennelijk gespecialiseerd is als schrijver over onomstotelijke helden van de wetenschap – hij schreef al over Albert Einstein en over Steve Jobs. Waarbij het mij niet moeilijk valt te constateren: Bien etonné de se trouver ensemble.

Daarin vinden wij een zeer genuanceerd beeld van Da Vinci – die van rekenen en wiskunde weinig begreep maar het met de praktijk moest doen, hetgeen hem vaak wel lukte.

Maar aan de Mona Lisa werkte hij een jaar of twintig en voor Het Laatste Avondmaal gebruikte hij ondeugdelijk materiaal. Hij was afhankelijk van opdrachten en hij mocht blij zijn dat vader (Leonardo was een buitenechtelijk kind) nogal wat invloed had, anders had hij nog minder opdrachten gekregen. Want veel opdrachten werden uiteindelijk niet gerealiseerd of kwamen veel te laat. Leonardo was namelijk behalve een genie ook snel afgeleid.

Isaacson baseert zich goeddeels op de vele aantekeningen die Leonardo naliet, waarvan er ook veel verloren zijn gegaan. Uit die moeizaam leesbare handschriften valt op te maken dat Leonardo vooral een zeer scherpzinnig opmerker was. Zo zag hij, lang voor Galileo, dat de aarde niet het middelpunt van het heelal was, en hoe de maan zelf geen licht gaf maar dat van de zon weerkaatste. En een van de opvallendste gedachten vond ik dat hij, geheel juist, vaststelde, dat de fossielen ingebed in rotsen op hoge bergwanden en dito toppen in die steen terecht gekomen moesten zijn toen die deel uitmaakten van de zeebodem. De conclusie daaruit lag voor de hand en Leonardo lijkt die ook te trekken, dat gesteenten, zo stil als zij lijken te liggen, behoorlijk kunnen bewegen. Maar op dat moment was Leonardo weer afgeleid door een andere observatie…

Over het leven van Leonardo da Vinci staat maar heel weinig vast

Zijn enorm brede belangstelling bracht namelijk met zich mee dat hij van de hak op de tak lijkt te springen, op één en hetzelfde stuk papier kunnen de meest uiteenlopende waarnemingen beschreven staan, samen met schetsen voor schilderijen die hij maakte of moest maken.

De geweldige vliegende machines die Leonardo ontwierp werden ook wel uitgevoerd, maar het was niet zijn verwachting dat je ermee kon vliegen: het waren feitelijk decorstukken voor opvoeringen aan de diverse hoven waar het genie voor werkte in Florence, Milaan en in Frankrijk, waar hij overleed..

In die aantekeningen viel het Isaacson op hoe vaak Leonardo een raak idee opperde, erbij vermeldde dat hij daar een langer stuk over zou publiceren of zelfs een boek, maar niet één van die voornemens werd ook gerealiseerd.

Ook gaf Leonardo herhaaldelijk een opdracht terug, zoals die voor een muurschildering met als titel De Slag bij Anghiari voor de Signoria in Florence. Hij kon het perspectief niet naar genoegen rond krijgen en gaf het op. Wel kon hij zich in de voorbereidingen voor de schildering helemaal uitleven in de spiermassa’s van strijders en strijdrossen, waarbij hij gebruik maakte van de sectie die hij bij herhaling op menselijke lijken verrichtte.

Het wonderlijke was trouwens dat er een goed beeld bestaat van die Slag bij Anghiari: Peter Paul Rubens maakte een kopie van wat Leonardo zich had voorgesteld…

Aan het eind van het boek moet je tot de slotsom komen dat Leonardo zich weliswaar vooral beschouwde als technicus en natuurwetenschapper, maar dat zijn grootste verdiensten toch die op het gebied van de schilderkunst zijn. Met name zijn terechte observatie dat als je ‘naar de natuur’ wilt schilderen je gestalten en dergelijke niet moet omgeven met een scherpe lijn, maar dat je gebruik moest maken van een techniek die hij sfumato noemde: een zekere vaagheid in het lijnenspel dat zijn schilderijen beweging, natuurlijkheid en een zekere driedimensionaliteit gaf. Verder was hij een meester in het chiaroscuro – net als Rembrandt, later, en was hij een van de eersten die het perspectief goed begreep en dus ook beheerste. Zo zag hij dat hoe verder weg een voorwerp of een landschap stond, hoe vager het geschilderd moest worden. Op deze punten deed Leonardo nogal smalend over zijn collega en tijdgenoot Michelangelo, en als je kenmerkende werken van de twee naast elkaar legt kun je Leonardo geen ongelijk geven.

Leonardo had ook eindeloos geduld, zie ook de bijna twintig jaar dat hij aan de Mona Lisa werkte. Hij gebruikte een eindeloze ‘stapel’ laagjes grotendeels doorzichtige verf bij het realiseren van dat en veel ander werk, waardoor het mogelijk werd subtiele nuanceringen in bijvoorbeeld de huid van een gezicht aan te brengen.

Overigens wil ik hier nog even vermelden dat wat mij betreft de Mona Lisa wat afgezaagd begint te raken. Geef mij maar De dame met de hermelijn. Ondanks het feit dat het niet de gebruikelijke perspectivische achtergrond bevat en ook qua sfumato niet zo uitgesproken is. Maar het is een schilderij dat je meer dan enig ander kunstwerk doet beseffen dat Leonardo leefde van 1452 tot 1519.

Voorpagina hhBest

Reageer