Wie is online
4 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
oktober 2011
Z M D W D V Z
 1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
3031  

Een gruwelijke roman in Gulpen

Boekbespreking door Sante Brun

Grote onthullingen moet je niet verwachten van het boek van de journalistenHenk Langenberg en Maarten van Laarhoven: In Gods Naam, De affaire Joep Haffmans. Een onthutsend beeld van de katholieke kerk en haar leiders.

Niettemin is het een boeiend boek, bij tijd en wijle zelfs een pageturner, want de geschiedenis is in grote lijnen weliswaar al jaren bekend, dit boek geeft er een dusdanig gedetailleerd beeld van, dat ook degenen die de zaak op de voet hebben gevolgd, in de jaren dat het speelde, er geheel nieuwe doorkijkjes in zullen vinden. (Over doorkijkjes gesproken: Jo Gijsen, toen nog leraar en surveillant opRolduc in Kerkrade, beloerde ’s nachts studenten als ze masturbeerden.)

De ondertitel van het boek klopt, het geeft inderdaad onthutsende karakteristieken van diezelfde bisschop Gijsen, die zogenaamd steile rechtzinnige kerkhistoricus die alles en iedereen tegen zich in het harnas joeg tot zelfs zijn grootste getrouwen hem de laan uit werkten; Joep Haffmans, zo wordt ergens tegen het eind van het boek langs de neus weg nogal stellig de suggestie gewekt, heeft vele jaren een homoseksuele relatie gehad met eerst leraar, later bisschop Gijsen. die blijkt ook geweten te hebben van de homo- en heteroseksuele uitspattingen van zijn ultrarechtzinnige volgelingen, en daar zelfs niet te zwaar aan te hebben getild; ‘de groeten aan je vriendin’, placht hij bij het afscheidnemen vaak te zeggen. Volgelingen die van de preekstoel hel en verdoemenis plachten af te roepen over echtscheiding, overspel, homoseksualiteit, abortus en euthanasie.

We lezen ook een beschrijving van de huidige bisschop van Roermond, Frans Wiertz, die er vanaf het moment dat hem de escapades van Joep Haffmans en Gerard Hover  ter ore kwamen op uit is geweest de zaak naar beproefd katholiek recept in de kerkelijke doofpot te stoppen. ‘Hij was een wegkijker,’ lees ik in het boek.

Maar de werkelijke hoofdpersonen van het boek zijn Joep Haffmans en zijn langjarige vriendin Elvira Herczeg. Een groot deel van de gedetailleerde beschrijving van hun levens, eerst los van elkaar, later gezamenlijk, laat zich desgewenst lezen als een medisch-psychiatrisch dossier. Je zou kunnen psychologiseren en dan geleerd psychiatrisch jargon gebruiken, je kunt ook zeggen: Haffmans is een patente gek, een leugenaar, een criminele chanteur, een ordinaire dief, een grootheidswaanzinnige; hij is spilziek, levensgevaarlijk. Elvira is het diep tragisch slachtoffer van een jeugd die wordt overschaduwd door haar vader die Auschwitz overleefd heeft, en haar uitsluitend foute keuzes van mannen in haar leven, eerst in haar geboorteland Hongarije, later in Zuid-Limburg. Foute keuzes die haar zowel psychisch als lichamelijk zwaar hebben gekwetst, haar eenmaal bijna het leven hebben gekost.

Dit is niet typisch de geschiedenis van een vrouw die zich aangetrokken voelt tot het priesterschap van de geestelijke met wie zij een relatie begint. Dit gaat over de toevallige ontmoeting van twee mensen die als gevolg van de explosieve mix van hun karakters en voorgeschiedenis wel moet uitdraaien op een catastrofale ontknoping.

Het is op zich het tamelijk eenvoudige en klassieke verhaal van de pastoor die niet van de vrouwen af kan blijven, vooral denkt aan lekker eten en nog meer aan drinken, en dat leventje financiert door een greep in de kas van het Armbestuur. Maar Langenberg en Van Laarhoven zijn er in geslaagd,  het zo te vertellen, dat het een dieptragische roman is geworden. Dat is des te opvallender omdat ze geen van beiden romanciers zijn. Het boek is geschreven in een soms ietwat ronkende stijl, hier en daar is het zelfs een beetje oubollig. Je kunt ook zeggen: de stijl doet er niet zo toe, het is wèl een vaardig gerechercheerd en opgeschreven stuk journalistiek, waar je je petje voor af moet nemen. (Ik merk nu dat ik zelf een oubollige uitdrukking gebruik.)

En ik wil daar aan toevoegen: niettemin grijpt met name het deel waarin de relatie van Joep en Elvira wordt beschreven, je bij de strot; op het moment dat je denkt dat het dieptepunt nu wel bereikt is, lees je de in zware dronkenschap geschreven notitie van Haffmans over geld en vrouwen, lees je onthutst over Haffmans die in hotelkamers geen toiletpapier gebruikt maar zijn kont afveegt met de beddelakens, over Haffmans die in een etensbord poept en naar het resultaat gaat zitten staren.

Dan ben je al voorbij de eigenaardige relatie van Joep en Elvira met de al even steile pastoor Gerard Hover. Nog in het allerlaatste hoofdstuk waarin Van Laarhoven en Langenberg hem (eind augustus van dit jaar) bezoeken in zijn pastorie in Maastricht krijgt hij de gelegenheid alles te ontkennen – dat hij een homoseksuele relatie met Haffmans heeft gehad, dat hij geprobeerd heeft Elvira van hem af te pakken, dat ook hij financieel heeft geprofiteerd van ‘die idioot’ in Gulpen.

Maar we weten inmiddels wel beter.

Ook al door de huidige context waarin al eeuwenlang bestaande geruchten en verhalen over priesters die zich een slag in de rondte neuken met mannen, vrouwen, meisjes en jongens, en intussen het zedelijk geweten van hun parochianen proberen uit te hangen, gewoon waar blijken te zijn.

Verrassend is eigenlijk vooral dat de dorpelingen in Gulpen nog altijd tegen ‘meneer pastoor’ blijken op te kijken. Hoe vromer de mensen, hoe meer ze vergevingsgezind zijn. Hij was een goeie pastoor, gun die man toch wat. Scheurt hij in een dikke auto? Ach, waarom niet. Hij is en blijft meneer pastoor. Heeft hij een vriendin? Meneer pastoor is ook een echte man.

Dat is misschien wel een echte onthulling: dat de mensen in een dorp als Gulpen even kortzichtig en bekrompen blijken te zijn als, pakweg, twee-, driehonderd jaar geleden. Die ‘ene van ons’ door dik en dun verdedigen, wat hij ook misdaan heeft, tegen die lui van buiten. Waar Elvira ook bij hoort, trouwens. Ze wordt in het dorp met de nek aangekeken, maar kan niet verhuizen onder de huidige economische omstandigheden. Van Laarhoven en Langenberg wijden aan die kant van de zaak terecht een apart hoofdstuk.

Het boek gaat ietwat als een nachtkaars uit met een opsomming van een aantal ‘losse draadjes’ uit het verhaal. De roman is dan al lang afgelopen natuurlijk – desnoods met de dood door hartstilstand op 28 juli 2007 van Joep Haffmans, op dat moment telefonerend vanuit de pastorie in Sittard waarheen hij verbannen was en die hij niet durfde verlaten – aan de telefoon had hij de weduwe van de kerkmeester die de bankrekening van het Armbestuur beheerde. Zij was in Gulpen vele jaren ècht zijn huishoudster is geweest.

Daar zit misschien ook nog wel een apart boek in.

Reageer