Geschiedenis

hhBest

Terug naar de Vloeiweide (Oorlogsdrama, Breda, 1944)

Truus Smulders-Beliën, eerste vrouwelijke burgemeester

Veranderingen. Een egoscript over mijn geboortedorp Ginneken

Het rijke Roomse leven met enthousiasme opgepoetst

Herinneringen aan een broer

Site over Grote Oorlog is één grote smeekbede om vrede

Geschiedenis van een Ginnekens miniatuurtheater

Een meid in een harnas (over Jeanne d'Arc)

Historisch archief ANP Photo

Dr. P.C. Pouleyn, een geliefde leraar klassieke talen

Friese boeren achter de dijken in de negentiende eeuw

Die man maakt geschiedenis' over de schilder Jan Strube (1892-1985)

Rooie wortels van Weverij de PLoeg in Bestse heidegrond

Die Amalia toch

Fotodocumentaire: Kampeervakantie anno 1955

Wassenaar yellow submarine

Weverij De Ploeg verdwijnt (serie foto's)

Wat Vincent van Gogh zag

Leder- en Schoenenmuseum heeft heel wat te vertellen

Hoe Sinterklaas 150 jaar geleden werd gevierd

Mijn zomer van 1947

Intrigerend geschreven documentaire over negentiende-eeuwse Friese boeren achter de dijk

De oerpolder, op de huid van de werkelijkheid

Door Guido t’Sas
Dat de strijd tegen het water in de Nederlanden niet van vandaag of gisteren is, weet ondanks de geschiedeniscanon iedereen. Zonder bedijking zou immers een groot deel van de lage landen nog zee zijn. Een kwestie van veroveren en verdedigen. Actueler dan ooit, bij toenemende regenhoeveelheden, smeltend poolijs en een daarmee gepaard gaande stijging van de zeespiegel.


Brandeburen in It Heidenskip. Foto Marten Idema.

Rampen en calamiteiten als Zuidwest Nederland in 1953 en recenter, de dreiging van overstromende rivieren in de jaren negentig, ligt velen nog vers in het geheugen. De oerpolder, een lijvige geschreven documentaire van Hylke Speerstra heeft als subtitel Het boerenleven achter de dijken. Het gaat erover.

Speerstra (1936), boerenzoon uit de Zuidwesthoek van Friesland, journalist en publicist, heeft met dit boek het wel en wee van It Heidenskip (Het Heidenschap) in de negentiende eeuw onderzocht en beschreven. Een gebied ten oosten van het stadje Workum, tussen het meer De Fluessen en (wat toen nog was) de Zuiderzeekust. Die boeren konden de masten van de Oost-Indiëvaarders met gebolde zeilen boven de dijk voorbij zien glijden.

Onderschat overigens het incidentele natuurgeweld van binnenmeren als De Fluessen en het Slotermeer niet; in Holland werd niet voor niets onder leiding van Leeghwater aan drooglegging van dit soort waterbekkens gedaan. In Friesland konden de gekruide platen ijs als kanonskogels door de polder vliegen.

De werkelijkheid kan spannender zijn dan fantasie. Mits die werkelijkheid goed wordt beschreven, natuurlijk. Hylke Speerstra is al vergeleken met zijn vriend Geert Mak (onder meer De eeuw van mijn vader en In Europa). Beiden zitten als het ware op de huid van de door hen opgediepte werkelijkheid. Maar Speerstra gebruikt ook fictie, namelijk als cement voor de bakstenen van de gedocumenteerde waarheid. Flinterdunne gegevens (zoals hij het zelf uitdrukt) krijgen zodoende body in die zin, dat ‘het zo wel eens gebeurd zou kunnen zijn’. In het boek komen veelvuldig dialogen voor. Dat doet helemaal niet geconstrueerd aan. Je gelooft in een ‘redelijke mate van authenticiteit’, omdat je weet dat Speerstra zijn materiaal heeft ontleend aan gesprekken met honderden mensen, nazaten van de Heidenskippers, dagboeken en persoonlijke notities uit de beschreven periode, negentiende-eeuwse literatuur als die van de gebroeders Halbertsma en wetenschappelijke publicaties op allerhande terrein.

De Oerpolder is een boek geworden, dat leest als een trein en dat je onderwijl inzicht verschaft in een wereldje, waarvan je het bestaan hoogstens vermoedde. Een wereldje, waarin het leven een  worsteling kon zijn, waarin de armoede proporties kon hebben, vergelijkbaar met wat we nu in de derde wereld kunnen zien, waarin godsdienstig fanatisme en zorgvuldige gecultiveerde standenverschillen de levenssfeer konden vergiftigen. Maar waarin toch weer elk ogenblik de humor als een zonnestraaltje kon doorbreken. (Humor wil in de ellende nogal eens gedijen.) 
Ondertussen nemen we ook kennis van de positieve rol die het water speelde in het Friesland van weleer: het verkeer dat er goeddeels van afhankelijk was; de scheepscultuur en niet vergeten het ijs, dat alle mensen (niet alleen de rijken) plotseling vleugels gaf. Speerstra slaagt er uitstekend in, je dit soort dingen te laten zien in de verhoudingen van die tijd. Je wordt er al lezend warm van.

Hylke Speerstra: ‘De oerpolder’. Uit het Fries vertaald door onder anderen Jurjen Faber. Uitgeverij Contact, 23,50 euro.

 

Reacties op Dorpsplein

Naar boven

GeschiedenisTV over eerste DAF personenauto

03.10.2007
GeschiedenisTV heeft op YouTube een serie, getiteld 'Plaats van herinnering'. Daar is nu onder meer te zien: DAF Eindhoven, bij de lancering van de eerste DAF 600 in 1958. De productie startte overigens pas in 1960 en een van de eerste auto's die van de band liepen ging naar de eerste vrouwelijke burgemeester in ons land, mevrouw Smulders-Beliën <- Die 'stunt' heeft het DAFje trouwens wel het imago opgeleverd van damesautootje.

In het filmpje kan men oud-persvoorlichter van DAF, Oscar Wibaut , herinneringen zien ophalen. Ook zijn filmjournaal-beelden te zien van de RAI, waarop de DAF 600 werd gepresenteerd. Meer video

 

Authentiek verslag Tiendaagse Veldtocht

In 1930, bij de viering van het 100-jarig bestaan van België (althans de herdenking van de Belgische opstand en de Tiendaagse Veldtocht) gaf H.G. Cannegieter het dagboek van zijn gelijknamige grootvader uit. Dat was een in Friese arts, die als kapitein mee naar het zuiden optrok om de opstand neer te slaan. Dit authentieke reis- en oorlogsjournaal staat compleet op het internet. http://houwie.net/10veldtocht00.html 'Nooit heb ik akeliger en lelijker vrouwen gezien als in deze frikkedellebuurt.' Dat slaat op Zwolle.


De slag bij Leuven, naar een schilderij van L. van den Bom.

 

Alweer verdwijnt Nederlands erfgoed

07|05|06
Met Weverij De Ploeg in Bergeijk, verdwijnt weer een typisch Nederlands stuk erfgoed. Klik op het plaatje -> voor een serie foto's van de in de jaren vijftig onder architectuur van Gerrit Rietveld gebouwde fabriek.

weverij_de_ploeg060507_8

Weverij De Ploeg heeft rooie wortels in Bestse heidegrond

08|05|07
Weverij De Ploeg in Bergeijk stamt in zekere zin af van een landbouwcoöperatie van pascifisten, geheelonthouders en andere 'linkse rakkers' avant la lettre op de Bestse hei.

Lees verder

Coöperanten

De eerste AOW-er

28|01|07
Op 2 januari 1957 reikte de toenmalige PvdA-minister van Sociale Zaken, J. Suurhoff, de eerste aow-uitkering uit.

Deze <- foto komt uit het historisch archief van ANP PHOTO, dat sinds kort online staat. Voorlopig vooral de periode 1956-1996.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw werkten persfotografen nog 'anoniem' (zodat van veel foto's de maker niet bekend is).

Wat ook opvalt is het veelvuldig gebruik van flitslicht.

Het koninklijk huis en autoriteiten waren, naast sportlieden de meest geliefde onderwerpen. Er werden heel wat handen geschud en linten ndoorgeknipt. De naam van de eerste aow-er op de foto is ook onbekend.

Je kunt op de zeer gebruiksvriendelijke website zoeken op jaartallen en op onderwerp. Er is ook een selectie gemaakt 'dagelijks leven' met aandoenlijke beelden van vroeger.

Heel bijzonder is, dat partikulieren de foto's vrij mogen gebruiken. Daarbij kun je onder meer denken aan studenten en scholieren voor werkstukken en scripties.

http://www.anpfotoarchief.nl/

Juliana
Juliana (Marieke de Kleine) en Wilhelmina (Ria Eimers) Foto EO

'Juliana' is mooi tijdsbeeld

06|11|06
Die is me niet tegengevallen, althans de eerste aflevering van een vierdelige tv-serie van de EO over de jonge prinses Juliana. Samenvattend zou je ervan kunnen zeggen dat het werk van regisseur Robin Pera een fraai tijdsbeeld heeft opgeleverd, waarin met grote precisie aan de vormgeving en de aankleding is gewerkt.


De koninklijke familie moet van het script hebben gezegd: 'Zo was het niet helemaal', maar ze heeft er niet aan toegevoegd, hoe het dan wèl precies was. De makers hebben zich in elk geval goed gedocumenteerd. Als je zo'n karakter als dat van Koningin Wilhelmina ziet (je moet echt aan de beeldenaar met opgestoken haar van de oude gulden denken en bij de 18-jarige Juliana trouwens aan de jonge koningin Wilhelmina met hangend haar op de postzegel), dan zie je de autoritaire, zuinige figuur zoals beschreven door de historicus Cees Fasseur in zijn tweedelige biografie van Wilhelmina.

Juliana werd door haar moeder en niet te vergeten haar grootmoeder Emma in een gouden kooi opgesloten en had zich maar voor te bereiden op haar Grote Taak. Basta! Ze weet aanvankelijk weinig meer te doen dan zich te beklagen bij een dikke boom in het park van Het Loo. Waar hebben ze dat vandaan? Over 'niet helemaal precies' gesproken.

Pera schetst vaardig hoe het allemaal bij het jonge meisje overkomt. Met veel geestige, haast surrealistische symboliek. Zo droomt Juultje dat ze op het balkon van het Paleis op de Dam staat, terwijl haar moeder en haar vader - hoera hoera - haar armen in de lucht duwen. Juliana weet zich, na veel gezeur ('Wij vorsten studeren niet' - een variant op het historische 'Wij procederen niet') in de collegebanken van de Leidse universiteit te vechten en maakt daar haar debuut door zich om te draaien en haar tong uit te steken naar haar jaargenoten. Ze geeft zich met vriendinnen (zorgvuldig uitgekozen en zorgvuldig bewaakt, dat wel) over aan de roaring twenties. 'Dat korte haar bevalt me niet.' - 'Het is de mode, moeder'. De slapstick, waarmee de vriendinnen op het strand van Katwijk door de lijfwachten 'bijeen worden geraapt'. Best leuk.

Af en toe moest ik denken aan de eerste Sissifilm. Daar ging het immers ook om een meisje dat vanuit de Alpen met geweld naar het strenge hof in Wenen werd gesleept en dat afscheid moest nemen van een joviale vader die tot op zekere hoogte haar bondgenoot is. Die rol is, althans in het eerste deel, weggelegd voor Prins Hendrik. Maar - al komen in deze korte serie De Grote Problemen in het leven van Juliana niet aan de orde - het is allemaal minder zoetelijk dan ik bij de aankondiging vreesde. In het tweede deel zal Juliana met haar vaders buitenechtelijke levenswandel worden geconfronteerd. Ik ben benieuwd. De serie eindigt met het huwelijk van Juliana met Bernhard van Lippe Biesterveld.

Guido t'Sas

Naschrift op 30|11|06
In de drie volgende delen zakte de serie toch wat in, vond ik. Als de jonge Juliana 'n beetje dozig mocht zijn geweest, dan hoeft de vertolkster nog niet de hele film door op dat zeurderige toontje, om niet te zeggen 'opzegtoontje', te handhaven. Ook bleken de regie- en ensceneringsvonsten na verloop van tijd uitgeput en kregen we wat dat betreft herhalingen te zien. Het geheel ging eigenlijk uit als een nachtkaars. Misschien had beperking van het gehele tot twee aflevering een verbetering opgeleverd.

Historische jeugdfoto's van Juliana (geplaatst, bij haar overlijden op 94-jarige leeftijd in 2004).

Stroomvoorziening in '40-'45

Het Eindhovens Dagblad heeft een aardige rubriek: Vraag van de dag. Vandaag wil een lezer weten of in de oorlog ook de lampen uitgingen wegens bezuiniging. De redactie ging te rade bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en dat deelde mee, dat over bezuinigingen op dat gebied niets bekend was. Lees het knipsel hiernaast.
Het is niet voor het eerst dat ik vaststel, dat het NIOD ook niet alles weet. Eerder begreep ik dat uit het standaardwerk van Lou de Jong, voor zover het handelt over de meidagen van 1940. In het algemeen kun je zeggen, dat het documentatiemateriaal uit Brabant waarover het NIOD beschikt niet echt over houdt.
Als ervaringsdeskundige (geboren in 1934) kan ik meedelen, dat de stroomvoorziening in Brabant in de laatste oorlogsjaren behoorlijk stagneerde. Ik meen te weten dat minstens een deel van Breda elektriciteit kreeg van de suikerfabriek. Op een gegeven moment moet ook de Dongecentrale van de Provinciale Noordbrabantse Electriciteitsmaatschappij - PNEM - in 1919 gebouwd met een vermogen van 18,5 Megawatt buiten gebruik zijn geraakt. (Ter vergelijking: de Amercentrales leveren, inclusief warmte, 1845 MW!) Daarbij, er was sowieso een tekort aan de kolen waarmee de centrale werd gestookt.
Hoe dan ook, de gebruikers kregen het consigne, uiterst zuinig met stroom om te gaan. Dat wil zeggen: in geen geval stofzuigen. Van wasmachines en koelkasten was toen nog nauwelijks sprake. Er waren periodes, dat er in het geheel geen elektriciteit was en men moest terugvallen op ook al schaarse olie (petroleum). Was er wel elektriciteit, dan volstond meestal één peertje in de huiskamer.

 


Boek

Amerikaanse van Bredase komaf
schrijft over de oorlog in die stad

07|09|05

Apothekersdochter Titia Wetselaar, die tijdens Wereldoorlog 2 aan de Groote Markt in Breda opgroeide, beschreef die periode in het (Engelstalige) boek In the shadow of the Cathedral. Het boek verschijnt in vertaling volgende week (13 september) bij Uitgeverij Van Kemenade. Het heet dan terecht 'In de schaduw van de Grote Kerk', want als zodanig staat de O.L.Vrouwekerk, die nooit kathedraal was, ook bekend!

De vader van Titia Bozuwa-Wetselaar had een apotheek op de Grote Markt in Breda. Later is daar het café Beeker & Wetselaar in gevestigd, dat zijn naam aan de vroegere apotheek ontleende. Inmiddels is het gebouw, dat al eens ingrijpend was verbouwd, tot de grond toe afgebrand. Titia Wetselaar woonde aan de voet van de toren van de Grote Kerk en is in de jaren 50 naar Amerika geëmigreerd. Vorig jaar beschreef zij in het boek In the shadow of the Cathedral haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. In eerste instantie voor haar nieuwe landgenoten, de Amerikanen.

Wanneer ik haar verhaal lees dan zie ik de beklemming en het uitzichtloze van het leven onder de bezetting heel realistisch voor me. Zij beschrijft op eenvoudige wijze haar lagere schooljaren in Breda. Langs welke straten zij naar school liep. Of hoe ze naar haar oma ging. Het was oorlog en alles was anders. Joodse kinderen konden weggevoerd worden. Ook haar vriendinnetje. Soldaten in grijze uniformen liepen door de straten en waren de baas. Verder was het heel saai. Vlak voordat de Duitsers kwamen was er wel de evacuatie van de hele stad. Veel mensen waren al snel weer terug in hun huis. Het treffen tussen Franse en Duitse troepen in Breda stelde minder voor dan waar men bang voor was geweest.
Titia Wetselaar beschrijft heel nauwkeurig het leven onder de bezetting. Zij zat in een uitzonderingspositie, omdat zij tegenover het stadhuis woonde en iedereen kon zien die in en uitliep. Ook zag ze wat er op de Grote Markt gebeurde. Juist dat maakt dit boek bijzonder.

Zij schrijft vanuit de visie van een kind van 7 tot 11. Ze maakte ontdekkingstochten in de Grote Kerk. Ze beklom de toren en vanuit hun huis zocht ze met haar broers via de kelders wegen om in de kerk te komen. Vanuit het buitenhuis van de familie aan de Overaseweg maakte ze kennis met het boerenleven. Ze beschrijft ook het gezinsleven en de ruzies met haar broers. Wanneer je dat leest dan gaat het kinderleven in oorlogstijd gewoon door. Zij herinnert zich heel nauwkeurig wat er in de oorlog in hun gezin en in Breda zich afspeelde. Hoe het feest van Sinterklaas gevierd werd bijvoorbeeld. Dan lees je ook wel het verhaal van iemand die lang weg is uit Nederland en zich allerlei gebruiken herinnert. Hiermee wordt het een heel Nederlands en ook wel een Bredaas verhaal. Ook omdat zij allerlei Bredase straten noemt. Opvallend vind ik de opmerking dat de Duitsers de straatnamen die herinneren aan het koningshuis, Wilhelminastraat bijvoorbeeld, niet veranderd hebben. Alsof ze dat vergeten zijn weg te zuiveren. Heel bijzonder vind ik wat zij over haar opa zegt, die om idealistische redenen lid van de NSB was. In de familie werd dat niet begrepen, omdat zij Nederlandsgezind waren. Vader Wetselaar had zijn radio verstopt en luisterde in het geheim naar Radio Oranje. Tijdens de maaltijden werden de berichten in het gezin besproken. Zo waren ze ook goed op de hoogte van de vorderingen die de bevrijders maakten na hun landing in Normandië op D-day. Op een kaart hielden de kinderen bij waar de troepen waren. Het was voor hen wel een verrassing dat Breda door de Polen bevrijd werd. Mooi toch? Ze had Amerikanen verwacht, misschien wel omdat ze nu daar woont.

Bij de bevrijding van Breda houdt haar boek niet op. Holland is nog bezet en daar heerst een hongerwinter. Er is een Duitse dreiging, denk maar aan het Ardennen-offensief. De geallieerden dringen oostwaarts Duitsland in. Breda ligt in de frontlinie en Prins Bernhard heeft zijn hoofdkwartier in het voormalige postkantoor. Het boek gaat door tot de atoombom op Hiroshima valt.

Het is naar mijn mening een document, dat veel vertelt over het leven onder bezetting.

Hein van Kemenade.

Doorsturen

Reactie

Ach ja, leuk.
Het 'gat van Beecker en Wetselaar' heet trouwens niet zo. De laatste
uitbater was 'De drie gezusters'. Ik woonde ten tijde van de brand zelf op
de Academiesingel en vierde er mijn verjaardag. Ik heb zelf ergens nog
filmopnamen. Trieste bedoening destijds.

Jeroen Thoolen

Ook reageren kan ook per e-mail

Koekvrouwke

Weer een puzzelstukje Bestse oorlogsgeschiedenis gevonden

De soldaat met de stoel, hier tijdens de bevrijdingsdagen in 1944 in gezelschap van o.a. het Bestse koekvrouwke, is geïdentificeerd. Het is de Canadees Harold Magnusson, die enkele weken later tijdens de operatie Market Garden zou sneuvelen. Een vrouw, Alice van Bekkum, ontdekte zijn graf in Gorcum, sloeg aan het speuren en doet op deze site haar verhaal. Er verschijnen getuigen en die doen ook een duit in het zakje.

Lees en kijk


Herinnering aan een broer

11.02.05 10:07
Vandaag, een jaar geleden, overleed mijn twee jaar jongere broer Ed.

Eddie t'Sas was een dichter. We plaatsen een geestig gedicht, dat typerend is voor een Nederlander die meer dan 30 jaar in Frankrijk heeft gewoond.


Logo

Tweetalige site over Grote Oorlog (>miljoen bezoekers) één smeekbede om vrede

10.12.04 9:33
Bestenaar Rob Ruggenberg kan een feestje vieren. Zijn tweetalige website De Erfenis van de Groote Oorlog (over Wereldoorlog 1 dus) heeft vannacht rond 3 uur zijn miljoenste bezoeker ontvangen.

Een Amerikaan of een Canadees, denkt hij. De mooi en overzichtelijk vormgegeven site, met zelfs (de vroegste) kleurenfoto'sE, bestaat 7 jaar, maar de meeste bezoekers zijn van de laatste drie jaren - door toenemende bekendheid en steeds betere zoekmachines als Google.Rob zou met al dat bezoek veel geld kunnen verdienen, maar hij is en blijft onafhankelijk journalist. Het logo van The Heritage of the Great War (hierbij afgebeeld) is een illustratie van het motto: We cannot alter the past, but we can change the future (Het verleden ligt vast, maar met de toekomst kunnen we nog alle kanten uit.)

The Great War telt meer dan 3000 pagina's (om niet te overdrijven, dat kunnen ook pagina's zijn met één foto, want Rob plaatst ze graag GROOT. Groot is ook zijn prentenarchief, met onder meer de tekeningen van de beroemde Nederlandse kunstenaar Albert Hahn. Daarvan zullen er steeds meer op de site worden geplaatst. Merkwaardig, hoe intensief een Nederlander zich met de Grote Oorlog bezighield, terwijl ons land formeel een neutrale positie innam in het wereldconflict.

Rob Ruggenberg is, zomin als Hahn, een liefhebber van kanonnengebulder. Zijn site is in feite één pleidooi voor vrede en verdraagzamheid.

Naar boven

Laad voorpagina hhBest

 

Van Duinkerken

Ha, Anton van Duinkerken

25.12.04 10:14
Op de vroege kerstmorgen via Radio 1 premier Balkenende een gedicht van Anton van Duinkerken horen voordragen. 'Het zal nu wel gauw gaan sneeuwen - Dan worden de wegen wit'. Een anti-oorlogsgedicht, op cd cadeau gedaan aan de soldaten in Irak. De calvinist Balkenende en de rooms-katholieke emancipator (kritisch katholiek avant la lettre) Van Duinkerken. Een merkwaardige combinatie. Ik ben vooral blij, dat hij niet helemáál is vergeten. Want hij was een bijzondere vogel in het literaire Nederland van voor- en kort na de oorlog. Van Duinkerken (eigenlijk W.J.M.A. Asselbergs, 1903-1968) was vooral literatuurhistoricus en -criticus, maar schreef ook juweeltjes als het opstel 'Twee vierkante meter'. Op zijn ziekbed denkt hij dan na over het leven van de Griekse wijsgeer Diogenes.

Van Duinkerken was een veelgevraagd (feest)redenaar. Hij hield er een Bourgondische levensstijl op na en schreef ook een 'Verdediging van het carnaval'. Zijn bronzen kop staat op een sokkel op de Vrijthof in Hilvarenbeek. Tekst: 'Ik dank u, het leven is goed.' Bij een of ander dorpsfestijn heeft iemand daar een bierglas achtergelaten. Hier vind je een ander kerstgedicht van hem: 'De herders.' Zie ook Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.

Doorsturen

Reageren

Meer over literatuur en boeken op deze site

Naar boven

Wat Vincent van Gogh zag

01.12.04 14:07
Het Eindhovens Dagblad gebruikt vandaag 6/8 van de breedte van haar pagina 1 om deze 'Nuenense' tekening weer te geven van Vincent van Gogh. Een van de 263 die hij in de jaren 1883-'85 ter plekke maakte.

Het werkje, 9 x 21 cm, is getiteld Pastorietuin en komt uit de nalatenschap van de tekenares Fiep Westendorp. Het bracht op een vei-

Pastorietuin

ling bij Christie's het volgens het veilinghuis wel aardige sommetje van 119.500 euro op. De tekening kwam in handen van de Maastrichtse kunsthandelaar Rob Noordman. Zou hij het ook voor zo'n aardige prijs te koop aanbieden?

Het onderwerp is natuurlijk de tuin achter de nog steeds als zodanig in gebruik zijnde pastorie aan de Berg in Nuenen. Maar wat zien we nu eigenlijk, of liever wat zag Vincent? Volgens mij keek hij - gezien de verhoudingen - in noordelijke richting dwars op de tuin. Als dat zo is, dan is de toren op de achtergrond de kerktoren van Gerwen. En de figuur in de tuin? Dat zou Vincents moeder kunnen zijn. En ja, het is winter.

 

Doorsturen

Naar boven

Maczek

Generaal Stanislaw Maczek, leider van de Eerste Poolse Pantserdivisie, die 60 jaar geleden tekende voor de bevrijding van Breda.

 

'Polen! Het zijn Polen!'

Sus te Pas, een tienjarig jongetje, maakt de bevrijding van Breda mee. Daarvoor tekende de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanislaw Maczek. Zestig jaar geleden. Op non-fictie gebaseerde fictie. Fragment uit het jeugdboek Generaal Stijfnek.

 

 

 

 

 

 

 

De kruisweg van Mari Andriessen

De omgeving van bedevaartslocatie de Heilige Eik (maagd Maria) in Oirschot is in 2002 verrijkt, met een belangrijk object van twintigste eeuwse religieuze kunst. Op het hoogtepunt van het Rijke Roomsche Leeven, in 1934, maakte de beeldhouwer Mari Andriessen, telg van een roemrijk katholiek kunstenaarsgeslacht (vooral musici), een kruisweg van hardstenen reliëfs voor de kerk van Maria Middelares in Vught. Die kerk werd in
2000 gesloten, waarna de Oirschotse parochie van Sint Petrus Banden de kruisweg ten geschenke kreeg. De ene z'n nood is de ander z'n brood.

De kruisweg van Andriessen is in een naaldbos, vlakbij de kapel van de Heilige Eik

Kruisweg

geplaatst. Het werk is van een ontroerende, middeleeuws aandoende eenvoud. 'Het straalt gevoel uit', zei mijn levensmaatje. Ik vertaalde dat met: 'Ja, geloof.'

Wellicht is het handig, als bij de kruisweg teksten met enige toelichting worden aangebracht. De kennis van geloofszaken en bijbel is immers zo gering, dat veel mensen zich niets kunnen voorstellen bij een afbeelding als 'Jezus ontmoet Veronica'. (Daarom maar even verteld: Veronica was de vrouw, die de kruis dragende Christus tegemoet ging en hem het gezicht afdroogde, waarna een afdruk van dat gelaat op de doek achterbleef.)

Over toelichtingen gesproken: die zijn wèl aangebracht door de werkgroep, die rond de Heilige Eik een aantal Vleermuiskasten heeft geplaatst.


Over de kwaliteit van het werk van Mari Andriessen schrijft Janneke Gieles op 1 augustus 2003 in de Volkskrant onder meer:


De beeldhouwer Mari Andriessen (1897-1968) in zijn atelier, 1955. Op de achtergrond zijn ontwerp van De Dokwerker. Foto Frans Halsmuseum, Haarlem.

Prinses Juliana, 1909-2004

20.03.04 10:04
Prinses Juliana is vanmorgen vroeg in haar slaap overleden. Zo meldt zojuist NOS Teletekst. De oud-koningin werd 94 jaar. De Telegraaf had bijna de primeur met de melding vanmorgen, dat het héél slecht ging met Juliana. De Teletekstkijkerd (Internetbrowser) ging al gauw down door massale raadpleging.

Hiernaast een in Nederland nagenoeg onbekende foto van Juliana als kleuter. De auteur is Ch. Chusseau-Flaviens, een Franse fotograaf, die als zodanig actief was van 1890 tot 1910. Het origineel, afkomstig uit het archief van Kodak-Pathé, is een glasnegatief van 15 x 11 cm.

halfstok

Om 11 uur had onze huismeester, Chris van Will de vlag halfstok.

Dit is het uitzicht van de webmaster.

 

 

 

Hieronder nog meer kinderfoto's van Juliana: parkwandeling met (vermoedelijk) moeder Wilhelmina en eendjes voeren. Ze komen uit hetzelfde archief maar de makers zijn niet bekend.  

Juliana

Juliana

Naar boven

 

 

 

 

 

 

 

Juliana

Doorsturen

De internationale site The Great War toont een foto van Juliana in 1938, tijdens een ontvangst door de Duitse keizer in ballingschap op Huize Doorn.

Herinneringen aan- en anecdotes over Juliana

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Die Amalia toch

Blijdschap alom over de komst van het prinsesje Catharina-Amalia. Niet in de laatste plaats in Brabant, waar sommigen als het ware hun identiteit ontlenen aan Amalia van Solms (1602-1675), echtgenote van Frederik Hendrik.

Oirschot met zijn paleisje aan de Koestraat, dat door Amalia zou zijn geschonken aan haar lijfarts Arnoldus Fey. Dat huis, later uitgewoond door nonnen en nu een partycentrum, draagt daarom de wijdse naam Hof van Solms.

Baarle Nassau en Breda, die ook historische banden hebben met Amalia van Solms.

Het logo van de Heemkundekring Amalia van Solms

Het logo van de Heemkundekring
in Baarle Nassau

De Baarlese heemkundekring heeft zich naar haar genoemd en meent dat deze zeventiende eeuwse prinses van Oranje, stammoeder is van alle Europese koningshuizen. Zij zou ook een belangrijke rol hebben gespeeld bij de instandhouding van Baarle's enclavesituatie en 'zij symboliseert als het ware de eenheid van ons tweelingdorp', aldus de plaatselijke geschiedkundigen. 'Amalia van Solms was Vrouwe van Turnhout (dus ook van Baarle-Hertog) en als echtgenote van Frederik Hendrik was zij tevens Vrouwe van Breda (en dus ook van Baarle-Nassau).'

 
Naar boven  

Documentaire

Een kampeervakantie in 1955

Fotografisch verslag van een trektocht door de Nederlandse en Belgische Kempen.

Er zijn 6 pagina's met elk maximaal vier foto's van een niet al te hoge resolutie, zodat ze redelijk snel geladen worden.

 

Scouting 55
Naar boven