Wie is online
4 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
september 2016
Z M D W D V Z
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
252627282930  

De ideale geschiedenisleraar

e boeken van Geert Mak (Hoe God verdween uit Jorwerd, In Europa, Reizen zonder John, om maar enkele te noemen) hebben geen aanbeveling meer nodig. Mak is door zijn enorme eruditie, zijn vermogen om ‘te vinden wat hij zoekt’ en zijn briljante schrijfstijl en heldere verteltrant de ideale geschiedenisleraar. Dat bewijst hij nu opnieuw met De levens van Jan Six – Een familiegeschiedenis. De_levens_van_jan_six

 

 

 

Jan_Six_-_RembrandtWie kent niet het portret van de immigrantennazaat (Artois), magistraat, regent en verwoed kunstverzamelaar Jan Six 1, geschilderd door diens vriend Rembrandt van Rijn? Het hangt nog steeds (of eigenlijk weer) in het familiehuis aan de Amstel en Mak zou Mak niet zijn als hij dat portret niet eindeloos had bekeken en geanalyseerd, wat hem onder meer de conclusie opleverde dat de altoos experimenterende, beroemdste schilder van de zeventiende eeuw bijna een voorloper was van de impressionisten in de negentiende.

‘Een familiegeschiedenis’. Inderdaad had dit boek niet geschreven kunnen worden, als Mak niet het vertrouwen had verworven van de negende Jan Six, de antiekhandelaar, in de wandeling Heer des Huizes, die hem als onbeperkt toegang gaf tot genoemd pand en de zich daarin bevindende archivalia, kunstschatten (meer portretten!), gebruiksvoorwerpen en de ogenschijnlijk ‘onnozelste’ dingetjes die door de familie zijn bewaard en die dan ook vaak verwijzen naar wezenlijke voorvallen, gelieerd aan het voorgeslacht.

Maar er is veel meer dan die levens. Als autodidactisch historicus (Geert Mak is eigenlijk socioloog en staatsrechtgeleerde) houdt hij zich ook al een half mensenleven bezig met de geschiedenis van Amsterdam, voelt zich daarin duidelijk als de spreekwoordelijke vis in het water. Zijn nieuwe boek (eerste én tweede druk in augustus) is dan ook veel meer dan de subtitel vermeldt – een familiekroniek, die overigens als tekenend kan worden beschouwd voor het wel en wee van de voorname Hollandse geslachten sinds de zeventiende eeuw – namelijk de geschiedenis van Amsterdam in relatie tot die van de Republiek der Verenigde Nederlanden en het latere koninkrijk.

Voetstappen

Wat er nu bij Madame Tussaud staat, weet ik niet, maar bij Mak is het hele panopticum te aanschouwen, van Rembrandt dus, de dichter des vaderlands Joost van den Vondel, Nicolaes Tulp, die van De Anatomische Les, schoonvader van de eerste Jan, Spinoza, Johan de Witt, samen met zijn broer Cornelis in 1672 gelyncht door het Haagse grauw. We komen te weten, waar die typering van het straatarme volk vandaan komt: onderscheid van de kleurenpracht, waarin de Amsterdamse kooplieden en de adel zich hulden. Al die figuren komen (weer) tot leven. Zo vernemen we – naar aanleiding van Tulp – heel wat over het reilen en zeilen van de toenmalige medische stand. En de schrijver geeft in minuten aan – de voetstappen van Jan Six – hoe de door hem gefrequenteerde locaties ten opzichte van elkaar in het oude centrum van Amsterdam zijn gelegen.

Ja, 1672, het Rampjaar dat het verval van de natie en dat van Amsterdam en de ondergang van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) inluidde. De Dordtse  raadpensionaris De Witt was nog wel met een Amsterdamse getrouwd, teneinde in dat machtscentrum een voet aan de grond te krijgen. Allemaal informatie waarover je, zelfs bij de gedegen vaderlandse-geschiedenisles op de lagere school nauwelijks iets vernam. Wèl herinneren we ons het overbekende gezegde over het Rampjaar: het land was reddeloos, het volk redeloos en de regering radeloos. Zó versleten dat Mak het niet eens meeneemt.

Oligarchie

Wel duikt hij diep in de draagconstructie van het Amsterdamse regentendom, samengesteld uit oligarchie, nepotisme, dat wat we tegenwoordig vriendjespolitiek noemen oftewel het old boys network, bedenkelijke bankpraktijken en het soort corruptieve manipulaties waarvan je constateert dat de mens nooit verandert. We weten inmiddels dat zelfs de slavernij, lang doodgezwegen in dit land, nooit helemaal uit de wereld is verdwenen.

Mooi en soms onthullend is ook Mak’s belichting van de ijver waarmee betrokkenen in de loop van de volgende eeuwen hun stand en de daarbij gekoesterde codes overeind trachtten te houden en daar vaak ook wonderwel in slaagden – in weerwil van zwarte schapen, die met ‘de verkeerde’ trouwden, of het geld er doorheen joegen, profiterend van het feit dat de vrouw niet handelingsbekwaam werd geacht (pas in 1959 bij wet geregeld).

De neergang, ook onder de adel, zette pas goed door na Wereldoorlog 1. Hoe goed gedocumenteerd de scripts van Britse dramaseries als Dowton Abbey (Mak verwijst er zijdelings naar) zijn, blijkt eens temeer. Daar haalt in die nadagen bij voorbeeld een douairière haar neus op voor ‘fabrieksmarmelade’.

‘De levens van Jan Six’ bevat een uitvoerige verantwoording, een literatuurlijst en een personenregister. Geert Mak mag dan geen gestudeerd historicus zijn, dit boek is wel een uiting van optimale professionaliteit. Als hij iets niet zeker weet, dan zegt hij dat ook.

Voorpagina hhBest

Reageer